Het is al weer even geleden dat ik een recept deelde. December was een drukke maand, ook met koken. Ik heb veel gekookt en bijna nog meer gebakken. Een stuk of 8 taarten/koeken binnen twee weken (nee, niet allen zelf opgegeten). Daarnaast nog wat hartige taarten en ovenschotels. De oven heeft overuren gedraaid. En ook gisteren zette ik 'm nog een keer weer aan. Voor lasagne deze keer. Dat recept mag natuurlijk niet ontbreken op de blog.
Voor lasagne kun je een gewone basistomatensaus gebruiken. Ik vind het zelf prettig om een stevige saus te hebben, dus veel groenten en vandaag ook ietsje meer gehakt. Daarnaast hoort er bij een lasagne bechamelsaus. Het kan zonder, maar mét maakt het echt af.
Voor het recept van vandaag heb je het volgende nodig:
500 gr gehakt
3 (grote) uien
2 teentjes knoflook
2 (rode) paprika's
3 wortels
1 courgette
1 blikje tomatenblokjes
1 pak gezeefde tomaten
1 bouillonblokje (rund)
italiaanse kruiden: oregano, tijm, beetje rozemarijn, peterselie, basilicum
paprikapoeder, tabasco, peper, zout
half doosje lasagnebladen
50 gr boter
50 gr bloem
500 ml melk
nootmuskaat, vers (ruikt lekker!) of uit een potje
50 gr (parmezaanse) kaas
Bak als eerste het gehakt mooi rul. De meeste gehaktsoorten zijn vet genoeg om zonder boter of olie te bakken. Zo niet, dan eerst even een scheutje olijfolie in de pan. Snipper ui en knoflook en voeg dit toe zodra het gehakt bruin is. Vervolgens worden wortels schoongemaakt en in dunne plakjes gesneden, paprika's in blokjes en courgette in kleine stukjes gesneden. Voeg ze een voor een toe en bak alles even aan. Daarna mogen de tomatenblokjes, gezeefde tomaten en het bouillonblokje erbij. Water toevoegen hoeft niet: er zit genoeg vocht in de pan.
Als je gedroogde kruiden gebruikt, kunnen die er direct bij in. Verse kruiden mogen juist aan het eind erbij. Paprikapoeder, tabasco, peper en zout kunnen wel direct in de pan. Het geheel even een kwartiertje laten sudderen op laag vuur. Ik vind het lastig aan te geven hoeveel kruiden er in gaan. Ik gooi altijd maar wat raak en proef. Er gaat dan vrijwel altijd nog wel wat bij. Zout en peper halen de smaak ook nog wat op. Zo maak je het elke keer zelf lekker. Deze keer had ik een vrij zoete variant door de hoeveelheid tomaten en wortel. Dan gaat er wat extra tabasco in om pit te geven.
Terwijl deze saus staat te sudderen kun je aan de slag met de bechamelsaus. Het is een eenvoudige saus, maar je moet wel goed opletten. De hoeveelheid boter en bloem kan eventueel een paar gram minder, of juist de hoeveelheid melk wat meer. Het ligt er maar aan hoe dik je de saus wilt hebben.
Je begint met boter smelten in een pannetje. Dat moet op laag vuur gebeuren, de boter mag niet bruin worden. Als de boter gesmolten is voeg je in een keer de bloem toe. Met een pollepel meng je het goed. Het mag even bakken en pruttelen. Wel af en toe blijven doorroeren. Zodra het mengsel wat droog wordt, giet je de helft van de melk erbij. Roer met een garde tot je een egaal mengsel krijg. Het dikt in zodra de melk wat warmte heeft. Voeg vervolgens zoveel melk toe tot je een mooie vla-dikke saus hebt. Als de saus klaar is kun je het op smaak brengen met nootmuskaat, peper en zout. Daarnaast kun je van het vuur af er nog een ei doorheen klutsen, of geraspte kaas. Ik heb het deze keer gewoon basic gehouden.
Dan begint het opstapelen: vet een ovenschaal in en begin met een dun laagje saus. Zorg ervoor dat de bodem helemaal bedekt is. Bedek de saus met een enkele laag lasagnebladen. Deze mogen elkaar niet overlappen, dan worden ze niet goed gaar. Laat liever een randje onbedekt, mocht het niet helemaal passen. Vervolgens herhaal je de laagjes saus en bladen, en eindig je met een laagje saus. Ik heb zo drie laagjes bladen en 4 laagjes saus. Tot slot giet je voorzichtig de bechamelsaus over de bovenste laag tomatensaus. Tot slot bedek je de schotel met een laagje geraspte kaas.
Dat ziet er dan zo uit.
De schotel moet 35-45 minuten in een voorverwarmde oven op 200 graden. Daarna kun je het gerust een minuutje of 10 op tafel zetten. Het blijft nog wel even heet. En dan begint het project 'lasagne-op-je-bord-zonder-dat-het-uit-elkaar-valt'. Succes!
Gewone maaltijden, maar wel gezond, lekker en zonder pakjes en zakjes. Want zelf maken is lekkerder, gezonder en gewoonweg leuker. Alle recepten hebben in huize Wijnalda op tafel gestaan en zijn lekker genoeg om de wijde wereld in te gaan.
dinsdag 29 december 2015
maandag 7 december 2015
Feest = zelfgemaakte taarten!
Gisteren was het zover: ik ging mijn laatste jaar als twintiger in. Bij dat soort gelegenheden weiger ik taart te kopen. Die maak ik zelf. Liefst elke keer wat anders. Hoewel het wel onder lekker, maar zeker niet onder gewoon of gezond valt, vind ik een verjaardag een goede gelegenheid om het een en ander te delen van deze taarten. Geen van allen zelfbedacht, wel zelf uitgezocht en gemaakt :-)
De lekkerste van de drie is toch echt de Sinaasappelrijstevlaai.
Je staat er even voor in de keuken. Maar ingewikkeld is het zeker niet. Echt leuk om te zien hoe een sinaasappel eetbaar en te verwerken wordt nadat het twee uur in een pannetje heeft staan borrelen. Overigens staat nergens hoe groot de vlaaivorm moet zijn. Ik heb gewoon een springvorm van 28 cm gebruikt en had nog deeg over. Qua vulling was dit formaat ook prima. De garnering heb ik weggelaten. De taart wordt er een stuk minder goed houdbaar door en een klodder slagroom kan iedereen er ter plekke nog op krijgen.
De tweede taart was een walnoot-chocoladeplaatkoek
Ik gebruikte er een grote ovenschaal voor. Lekker, machtig en zoet. Ook een prima combi met bovenstaand taartje, aldus een schoonzus die het niet bij één kon laten.....
Als derde een normandische appeltaart
Ik heb eigenlijk altijd wel een appeltaart ertussen, want wat is een verjaardag zonder appeltaart? Deze taart heb ik nog niet zelf geproefd, maar ik heb geen klachten gehad...
De calvados heb ik vervangen door appelsap, wel van die extra lekkere. Maar of het dan nog zo normandisch is vraag ik me af. Wel vond ik dat de gelei die je maakt veel te veel is voor die paar kwastjes over de taart. Met de helft had je ook genoeg gehad.
Binnen 4 uur stonden deze 3 taarten klaar. Op naar zaterdag, dan probeer ik wellicht weer iets uit.
De lekkerste van de drie is toch echt de Sinaasappelrijstevlaai.
Je staat er even voor in de keuken. Maar ingewikkeld is het zeker niet. Echt leuk om te zien hoe een sinaasappel eetbaar en te verwerken wordt nadat het twee uur in een pannetje heeft staan borrelen. Overigens staat nergens hoe groot de vlaaivorm moet zijn. Ik heb gewoon een springvorm van 28 cm gebruikt en had nog deeg over. Qua vulling was dit formaat ook prima. De garnering heb ik weggelaten. De taart wordt er een stuk minder goed houdbaar door en een klodder slagroom kan iedereen er ter plekke nog op krijgen.
De tweede taart was een walnoot-chocoladeplaatkoek
Ik gebruikte er een grote ovenschaal voor. Lekker, machtig en zoet. Ook een prima combi met bovenstaand taartje, aldus een schoonzus die het niet bij één kon laten.....
Als derde een normandische appeltaart
Ik heb eigenlijk altijd wel een appeltaart ertussen, want wat is een verjaardag zonder appeltaart? Deze taart heb ik nog niet zelf geproefd, maar ik heb geen klachten gehad...
De calvados heb ik vervangen door appelsap, wel van die extra lekkere. Maar of het dan nog zo normandisch is vraag ik me af. Wel vond ik dat de gelei die je maakt veel te veel is voor die paar kwastjes over de taart. Met de helft had je ook genoeg gehad.
Binnen 4 uur stonden deze 3 taarten klaar. Op naar zaterdag, dan probeer ik wellicht weer iets uit.
Labels:
appel,
chocolade,
dessertrijst,
sinaasappel,
taart,
vlaai,
walnoten
maandag 30 november 2015
Bietjessalade met geitenkaas
We eten met enige regelmaat bietjes. Bij voorkeur een bietenrisotto. Daarvoor gebruik ik voorgekookte bietjes uit zo'n zakje. Een stuk of vier bietjes waar je bijna geen werk meer aan hebt. Toen ik verse roodeschoolse bietjes uit de tuin kreeg aangeboden aarzelde ik wel even. Ik hoor mijn moeder nog mopperen op de berg werk, het eindeloze koken en de vieze pannen....
Maar aangezien ik fan van vers ben, vond ik dat ik niet moest zeuren en dit toch eens moest proberen. Zo gedacht, zo gedaan. En nu hoor je mij niet meer zeuren.... Het is helemaal niet superveel werk. Als je het tenminste op de volgende manier aanpakt.
Leg de bieten in een bak met water. Verwijder vervolgens loof en wortel en boen ze met bijv. een schuursponsje goed schoon. Leg vervolgens elke biet op een stuk aluminiumfolie, groot genoeg om de biet volledig mee in te pakken. Doe er een paar draaien peper en zout over, vouw de pakketjes dicht en zet ze op een bakplaat een uur in de oven op 200 C. Na tijd even laten afkoelen tot ze vast te pakken zijn. Vervolgens pak je een paar handschoenen als je niet van vieze handen houdt. Met een schilmesje trek je daarna zo de velletjes van de bieten en zijn de bieten te eten of te verwerken.
Het is inderdaad meer werk dan een plastic pakje openknippen of een pot legen. Maar daartegenover staan verse, lekkere, beetgare bietjes!
En nu dan de salade. Daarvoor heb je uiteraard bietjes nodig. Ik weet niet precies hoeveel ik er gebruikt heb. Stuk of 4 grote en wat kleintjes. Verder nog:
100 gr zachte geitenkaas
handje hazelnoten
4 el olijfolie
2 el balsamicoazijn
1 el honing
peper en zout
Snijd de bietjes in dunne plakjes en evt nog een keer doormidden. Verkruimel de geitenkaas erover. Rooster intussen de hazelnoten in een hete, droge koekenpan. Na afkoelen verdeel je ze over de salade. Doe olie, azijn en honing in een schaaltje. Doe er een paar draaien peper en zout bij en klop het geheel tot een mooie dressing. Deze giet je over de salade.
Wel even wachten met het door elkaar scheppen van de salade, want anders verdwijnt dat mooie plaatje van dieprode bietjes met witte geitenkaas en nootjes. Dat kan aan tafel nog wel.
Houd je van rucola, dan kun je daar ook nog wat van toevoegen. Wij hadden het niet in huis, maar het combineert wel goed.
Wij aten deze salade met ovenaardappeltjes met tijm. Voor een recept daarvan, kijk bij ovenaardappeltjes.
Maar aangezien ik fan van vers ben, vond ik dat ik niet moest zeuren en dit toch eens moest proberen. Zo gedacht, zo gedaan. En nu hoor je mij niet meer zeuren.... Het is helemaal niet superveel werk. Als je het tenminste op de volgende manier aanpakt.
Leg de bieten in een bak met water. Verwijder vervolgens loof en wortel en boen ze met bijv. een schuursponsje goed schoon. Leg vervolgens elke biet op een stuk aluminiumfolie, groot genoeg om de biet volledig mee in te pakken. Doe er een paar draaien peper en zout over, vouw de pakketjes dicht en zet ze op een bakplaat een uur in de oven op 200 C. Na tijd even laten afkoelen tot ze vast te pakken zijn. Vervolgens pak je een paar handschoenen als je niet van vieze handen houdt. Met een schilmesje trek je daarna zo de velletjes van de bieten en zijn de bieten te eten of te verwerken.
Het is inderdaad meer werk dan een plastic pakje openknippen of een pot legen. Maar daartegenover staan verse, lekkere, beetgare bietjes!
En nu dan de salade. Daarvoor heb je uiteraard bietjes nodig. Ik weet niet precies hoeveel ik er gebruikt heb. Stuk of 4 grote en wat kleintjes. Verder nog:
100 gr zachte geitenkaas
handje hazelnoten
4 el olijfolie
2 el balsamicoazijn
1 el honing
peper en zout
Snijd de bietjes in dunne plakjes en evt nog een keer doormidden. Verkruimel de geitenkaas erover. Rooster intussen de hazelnoten in een hete, droge koekenpan. Na afkoelen verdeel je ze over de salade. Doe olie, azijn en honing in een schaaltje. Doe er een paar draaien peper en zout bij en klop het geheel tot een mooie dressing. Deze giet je over de salade.
Wel even wachten met het door elkaar scheppen van de salade, want anders verdwijnt dat mooie plaatje van dieprode bietjes met witte geitenkaas en nootjes. Dat kan aan tafel nog wel.
Houd je van rucola, dan kun je daar ook nog wat van toevoegen. Wij hadden het niet in huis, maar het combineert wel goed.
Wij aten deze salade met ovenaardappeltjes met tijm. Voor een recept daarvan, kijk bij ovenaardappeltjes.
dinsdag 24 november 2015
Goed gevulde koek
Ik ben gek op zoete tussendoortjes. In mijn gezonde fases laat ik het bij ontbijtkoek. Dat is voor mijn idee heel gezond, totdat je het etiket leest.....
Een tijd geleden kreeg ik bij een kop koffie zelfgebakken koek geserveerd. Lekker dat het was! En hij was ook nog eens zonder toegevoegde suikers. Ik kreeg het recept toegestuurd en vandaag besloot ik het uit te proberen. Nu bleek ik veel niet in huis te hebben. Dus het is een beetje gooi-en-smijtwerk geworden op basis van andermans recept. Het is aangepast naar mijn eigen idee. Het origineel komt van de site Koken zonder e-nummers.
220 gr bloem/tarwebloem
100 gr havermout
50 gr walnoten, gepeld, in stukjes gehakt
50 gr rozijnen
1 zakje bakpoeder (16 gr, dr Oetker Backin)
snufje zout
klontje zachte roomboter
50 gr honing
170 gr appelstroop
3 tl kaneel
190 ml melk
1 appel
Verwarm de oven voor op 160 gr.
Roer alles, behalve de appel, door elkaar. Doe het mengsel in een ingevet cakeblik van 26-28 cm. Schil de appel en snijd deze in dunne partjes. Steek deze in de koek.
Bak de koek 45 min op 160 gr. Controleer met een prikker of de koek gaar is. Daarna op een rooster storten en af laten koelen. Het resultaat is een heerlijke koek, met noten en fruitvulling en een knapperig korstje.
Een tijd geleden kreeg ik bij een kop koffie zelfgebakken koek geserveerd. Lekker dat het was! En hij was ook nog eens zonder toegevoegde suikers. Ik kreeg het recept toegestuurd en vandaag besloot ik het uit te proberen. Nu bleek ik veel niet in huis te hebben. Dus het is een beetje gooi-en-smijtwerk geworden op basis van andermans recept. Het is aangepast naar mijn eigen idee. Het origineel komt van de site Koken zonder e-nummers.
220 gr bloem/tarwebloem
100 gr havermout
50 gr walnoten, gepeld, in stukjes gehakt
50 gr rozijnen
1 zakje bakpoeder (16 gr, dr Oetker Backin)
snufje zout
klontje zachte roomboter
50 gr honing
170 gr appelstroop
3 tl kaneel
190 ml melk
1 appel
Verwarm de oven voor op 160 gr.
Roer alles, behalve de appel, door elkaar. Doe het mengsel in een ingevet cakeblik van 26-28 cm. Schil de appel en snijd deze in dunne partjes. Steek deze in de koek.
Bak de koek 45 min op 160 gr. Controleer met een prikker of de koek gaar is. Daarna op een rooster storten en af laten koelen. Het resultaat is een heerlijke koek, met noten en fruitvulling en een knapperig korstje.
zondag 15 november 2015
Hongaarse goulash
Sinds een maandje hebben we een stuk koe in de vriezer. Geslacht, dat wel. Maar daar zitten lekker veel stukken stoofvlees bij. Een zondagmiddag vind ik een mooi moment om uitgebreid te koken en stoofpotjes te maken.
Ik heb ervoor gekozen om deze keer goulash te maken. Ik vond dat altijd superlekker. Toen er eens een hongaarse kwam studeren in Kampen, heb ik dan ook direct gevraagd om het enige echte hongaarse recept voor goulash. Dat bleek dus niet te bestaan. Iedereen maakt het op zijn eigen manier. Als je op internet zoekt naar recepten zie je dat ook terug. Met of zonder wortel, met of zonder tomaten, met varkensvlees, runderlappen of kip, en evt nog spek. Geserveerd met brood, aardappel of rijst.
Wat er dan wel in moet? (Stoof)vlees, tomatenpuree/blokjes, paprika, paprikapoeder, ui en laurier. Verder is karwijzaad een toevoeging die eigenlijk niet mag ontbreken. Van mijn hand een uitgebreide versie waarvoor je echt even in de keuken moet staan. Maar moeilijk is het zeker niet.
Ingrediënten:
Klontje boter
3 uien, gesnipperd
2 teentjes knoflook, fijngesneden
600 gr runderstooflappen
150 gr gerookt spek, in blokjes (of spekreepjes)
3 paprika's (twee rode, 1 gele), in blokjes
1 blikje tomatenpuree
500 ml runderbouillon
1 el pittige paprikapoeder (bij gewone paprikapoeder ook een snufje chilipoeder toevoegen)
1 tl karwijzaad
snufje gemalen komijn
2 laurierblaadjes
500 gr tomaten (of een blikje tomatenblokjes)
3 aardappeltjes, geschild en in blokjes
Neem een mooie braadpan (echt, dat verdient dit gerecht zeker) en smelt daarin een klontje boter. Bak de gesnipperde ui en knoflook zachtjes aan. Snijd ondertussen de runderlappen in blokken, verwijder daarbij de dikste vetranden. Zet het vuur wat hoger en voeg de runderlappen toe. Bak ze aan alle kanten mooi bruin. Voeg daarna ook het spek toe en bak even mee.
Als het vlees is aangebraden mag het vuur weer wat omlaag. De paprikablokjes kunnen erbij. Nadat deze even hebben gebakken doe je de tomatenpuree, paprikapoeder, karwijzaad, laurierblaadjes en komijn erbij. Je voegt ook zoveel bouillon toe dat het vlees net onder staat. Breng het aan de stoof.
Gedurende de hele stooftijd voeg je bouillon toe als het vlees te droog komt te staan.
Kook een ruime hoeveelheid water. Snijd de tomaten kruislings in, leg ze in een schaal en overgiet deze met het kokende water (ze moeten allemaal onder staan). Na een halve minuut gooi je het hete water uit de schaal en laat je er zo snel mogelijk koud water over stromen. Daarna verwijder je gemakkelijk alle velletjes. Snijd de tomaten in blokjes en voeg ze toe. Ze zullen vocht loslaten, dus wees even voorzichtig met bouillon toevoegen. Ook de aardappeltjes kunnen er nu bij. Laat het geheel hierna nog zo'n 2,5 uur stoven.
Van huis uit eten we het met rijst. Dus ook ik heb er een pannetje rijst bij gekookt. En dan, na 3 uur op het fornuis, even genieten van een warm stoofpotje!
Ik heb ervoor gekozen om deze keer goulash te maken. Ik vond dat altijd superlekker. Toen er eens een hongaarse kwam studeren in Kampen, heb ik dan ook direct gevraagd om het enige echte hongaarse recept voor goulash. Dat bleek dus niet te bestaan. Iedereen maakt het op zijn eigen manier. Als je op internet zoekt naar recepten zie je dat ook terug. Met of zonder wortel, met of zonder tomaten, met varkensvlees, runderlappen of kip, en evt nog spek. Geserveerd met brood, aardappel of rijst.
Wat er dan wel in moet? (Stoof)vlees, tomatenpuree/blokjes, paprika, paprikapoeder, ui en laurier. Verder is karwijzaad een toevoeging die eigenlijk niet mag ontbreken. Van mijn hand een uitgebreide versie waarvoor je echt even in de keuken moet staan. Maar moeilijk is het zeker niet.
Ingrediënten:
Klontje boter
3 uien, gesnipperd
2 teentjes knoflook, fijngesneden
600 gr runderstooflappen
150 gr gerookt spek, in blokjes (of spekreepjes)
3 paprika's (twee rode, 1 gele), in blokjes
1 blikje tomatenpuree
500 ml runderbouillon
1 el pittige paprikapoeder (bij gewone paprikapoeder ook een snufje chilipoeder toevoegen)
1 tl karwijzaad
snufje gemalen komijn
2 laurierblaadjes
500 gr tomaten (of een blikje tomatenblokjes)
3 aardappeltjes, geschild en in blokjes
Neem een mooie braadpan (echt, dat verdient dit gerecht zeker) en smelt daarin een klontje boter. Bak de gesnipperde ui en knoflook zachtjes aan. Snijd ondertussen de runderlappen in blokken, verwijder daarbij de dikste vetranden. Zet het vuur wat hoger en voeg de runderlappen toe. Bak ze aan alle kanten mooi bruin. Voeg daarna ook het spek toe en bak even mee.
Als het vlees is aangebraden mag het vuur weer wat omlaag. De paprikablokjes kunnen erbij. Nadat deze even hebben gebakken doe je de tomatenpuree, paprikapoeder, karwijzaad, laurierblaadjes en komijn erbij. Je voegt ook zoveel bouillon toe dat het vlees net onder staat. Breng het aan de stoof.
Gedurende de hele stooftijd voeg je bouillon toe als het vlees te droog komt te staan.
Kook een ruime hoeveelheid water. Snijd de tomaten kruislings in, leg ze in een schaal en overgiet deze met het kokende water (ze moeten allemaal onder staan). Na een halve minuut gooi je het hete water uit de schaal en laat je er zo snel mogelijk koud water over stromen. Daarna verwijder je gemakkelijk alle velletjes. Snijd de tomaten in blokjes en voeg ze toe. Ze zullen vocht loslaten, dus wees even voorzichtig met bouillon toevoegen. Ook de aardappeltjes kunnen er nu bij. Laat het geheel hierna nog zo'n 2,5 uur stoven.
Van huis uit eten we het met rijst. Dus ook ik heb er een pannetje rijst bij gekookt. En dan, na 3 uur op het fornuis, even genieten van een warm stoofpotje!
zaterdag 14 november 2015
Pepernoten met speculaaskruidenrecept.
Oké, pepernoten vallen absoluut niet onder gezond. Volgens sommigen ook niet onder lekker. Maar omdat ons meisje een baksetje kado kreeg en dat echt eens moest uitproberen, omdat KNRM in de Eemshaven Sint veilig aan wal heeft gezet en omdat je geen jaar het pepernoten bakken kunt laten voorbij gaan. Daarom. Nu had ik uiteraard gewoon speculaaskruiden in de kast staan. MAAR daar zit geen peper in. Goede reden toch, om zelf wat samen te gaan stellen?
Pepernotenkruiden:
(in delen, specerijen afwegen is in kleine hoeveelheden niet handig)
1 deel witte peper
1 dl gemberpoeder
1 dl kardemom
1 dl gemalen korianderzaad
2 dl kruidnagelpoeder
2 dl nootmuskaat
8 dl kaneel
Pepernotenrecept (voor 3 bakplaten, +/- 150 pepernoten)
200 gr roomboter, op kamertemperatuur
250 gr bruine basterdsuiker
snufje zout
2 el speculaaskruiden
500 gr zelfrijzend bakmeel
+/- 5 el melk
Meng de boter met suiker, zout en kruiden. Als alles goed gemengd is, voeg je het bakmeel in kleine beetjes toe. Meng nogmaals alles goed. Er ontstaat een vrij droog, kruimelig mengsel. Voeg kleine beetjes melk toe, tot het een smeuïg deeg wordt. Het moet goed aan elkaar kleven, maar niet aan je handen. Voeg desnoods nog wat meel toe, tot het de juiste verhoudingen heeft.
Zet het deeg minimaal 20 min. in de koelkast. Zo stijft het weer wat op en is het beter rolbaar. Ook kunnen de specerijen het deeg goed doortrekken. Vet ondertussen bakplaten in (of gebruik bakpapier). De oven moet voorverwarmd worden op 160 graden.
En voor wie nog niet weet hoe vervolgens de pepernoot gemaakt moet worden: neem een klein plukje deeg. (Na het bakken is het formaat 2x zo groot!). Rol het deeg tussen beide handen tot een balletje. Leg het op de bakplaat en druk iets plat. Houd enige afstand tussen de pepernoten, ze groeien in de oven. Bakplaat vol? Dan een kwartier in de oven, of iets langer als je grote pepernoten hebt gemaakt.
We maakten ook een minibakplaatje met speculaasjes. Hoewel een speculaasrecept iets andere verhoudingen kent en geen melk bevat, zijn ze best lekker!
Pepernotenkruiden:
(in delen, specerijen afwegen is in kleine hoeveelheden niet handig)
1 deel witte peper
1 dl gemberpoeder
1 dl kardemom
1 dl gemalen korianderzaad
2 dl kruidnagelpoeder
2 dl nootmuskaat
8 dl kaneel
Pepernotenrecept (voor 3 bakplaten, +/- 150 pepernoten)
200 gr roomboter, op kamertemperatuur
250 gr bruine basterdsuiker
snufje zout
2 el speculaaskruiden
500 gr zelfrijzend bakmeel
+/- 5 el melk
Meng de boter met suiker, zout en kruiden. Als alles goed gemengd is, voeg je het bakmeel in kleine beetjes toe. Meng nogmaals alles goed. Er ontstaat een vrij droog, kruimelig mengsel. Voeg kleine beetjes melk toe, tot het een smeuïg deeg wordt. Het moet goed aan elkaar kleven, maar niet aan je handen. Voeg desnoods nog wat meel toe, tot het de juiste verhoudingen heeft.
Zet het deeg minimaal 20 min. in de koelkast. Zo stijft het weer wat op en is het beter rolbaar. Ook kunnen de specerijen het deeg goed doortrekken. Vet ondertussen bakplaten in (of gebruik bakpapier). De oven moet voorverwarmd worden op 160 graden.
En voor wie nog niet weet hoe vervolgens de pepernoot gemaakt moet worden: neem een klein plukje deeg. (Na het bakken is het formaat 2x zo groot!). Rol het deeg tussen beide handen tot een balletje. Leg het op de bakplaat en druk iets plat. Houd enige afstand tussen de pepernoten, ze groeien in de oven. Bakplaat vol? Dan een kwartier in de oven, of iets langer als je grote pepernoten hebt gemaakt.
klein komt bij ons niet voor.... |
We maakten ook een minibakplaatje met speculaasjes. Hoewel een speculaasrecept iets andere verhoudingen kent en geen melk bevat, zijn ze best lekker!
donderdag 29 oktober 2015
Pompoensoep
Voor de Zussendag van onze kerk heb ik onder andere een workshop met pompoen georganiseerd. Zo'n pompoen gaat uitgehold worden voor decoratieve doeleinden. Maar de inhoud zomaar weggooien is uiteraard tegen mijn principes. Daarom heb ik van mijn voorbeeldpompoen maar een receptje gemaakt. Het vruchtvlees is eigenlijk alleen geschikt voor soep of taart, omdat je het vruchtvlees nu eenmaal niet in mooie blokjes of schijfjes uit de pompoen krijgt.
Veel pompoenen zijn eetbaar, wel schijnt de smaak te verschillen. De een is wat zoeter dan de ander. De een wat meliger dan de ander. Ik kies meestal voor een dikke oranje pompoen, maar een groene of flespompoen kun je ook goed gebruiken. De kleine sierpompoenen zou ik lekker laten liggen....
Veel pompoenen zijn eetbaar, wel schijnt de smaak te verschillen. De een is wat zoeter dan de ander. De een wat meliger dan de ander. Ik kies meestal voor een dikke oranje pompoen, maar een groene of flespompoen kun je ook goed gebruiken. De kleine sierpompoenen zou ik lekker laten liggen....
Ingrediënten:
2 uien
olie
evt teentje knoflook
600-700 gr pompoen (1 gemiddelde pompoen)
200 gr wortel
1 liter groente- of kippenbouillon
2 laurierblaadjes
2 aardappeltjes
Smaakvarianten:
- sambal, korianderzaad en korianderblad, komijn,
- kerrie of kurkuma, tabasco
- tijm, rozemarijn, foelie
- sinaasappel en/of citroenrasp en sap, honing
Snijd uien en knoflook fijn en bak deze kort aan in de olie.
Voeg de gesneden pompoen en wortel toe en roerbak beide even mee. Vervolgens
voeg je de bouillon toe en twee laurierblaadjes. Voeg eventuele extra smaken
toe met kruiden en specerijen. Schil en snijd de aardappels in blokjes en voeg
deze toe. Kook het geheel 20 min., tot alle groenten gaar zijn. Haal de laurier
uit de soep en pureer de soep vervolgens met een staafmixer tot een gladde soep
is ontstaan.
Serveer de soep met verse koriander, een lepel crème
fraiche, zure room, of griekse yoghurt, croutons of uitgebakken spekjes.
Ik ben benieuwd in hoeveel Roodeschoolse huizen deze soep zondag op het menu staat!
zaterdag 24 oktober 2015
Stoofpeertjes en appelmoes
In deze prachtige herfsttijd zijn er verschillende mensen die mij blij maken met fruit uit eigen tuin. Eerder al schreef ik over druiven-appeljam en walnoot-pruimkoeken. Nu mocht ik weer appels en stoofperen ophalen. Dat doe ik dan graag. Appelmoes of stoofpeertjes maken is erg eenvoudig. Maar er zijn veel verschillende manieren. Het gaat dus niet zo snel fout, maar je kunt ze wel extra lekker maken. Vandaag dus maar het een en ander op een rijtje gezet. Onder het genot van stoofpeertjesgeur!
Stoofpeertjes
Stoofperen kun je in eindeloos veel gerechten verwerken. Ze worden gegeten als groente, als bijgerecht, nagerecht, in cakes, taarten, ijs en mousse. Maar voor dat alles zullen ze toch eerst gestoofd moeten worden. En ook dat kan in veel variaties.
Schil eerst de stoofpeertjes. Doe dat goed, want eenmaal gestoofd blijven restjes schil een hard randje aan een zacht stoofpeertje. Niet lekker. Je kunt de stoofpeer heel laten, dan is het leuk om een steeltje eraan te laten zitten. Je kunt ze ook in partjes snijden en het klokhuis verwijderen. Ook dan geldt: goed alle harde delen van het klokhuis verwijderen.
Vervolgens moeten de peren gestoofd worden. In welk vocht je dat doet is uiteraard een eigen keus. Ik kies altijd voor een halve fles rode wijn met een scheut water. Andere opties zijn port, rode bessensap of gewoon water. Verder moet er suiker toegevoegd worden. Ik heb nu per pan zo'n 100 gr. gedaan. Je kunt de stoofpeertjes nog meer smaak geven door kaneel, steranijs, kruidnagel, laurier, of citroenschil toe te voegen. Voor mij deze keer twee kaneelstokjes per pan en wat geraspte citroenschil. Zet alles tegelijk op en laat het vocht zachtjes borrelen. Zeker niet flink koken, ze gaan dan kapot.
Stoofpeertjes moeten lang stoven. Na een uur zijn ze meestal wel gaar en zacht. Maar ze worden van zichzelf rood als ze nog een flinke tijd langer op het vuur hebben gestaan. Heb je rood vocht gebruikt, dan zal dat wat eerder zijn. Wil je een rood kleurtje terwijl je ze in water hebt gestoofd, dan zul je toch echt een paar uurtjes ervoor moeten uittrekken. Het vocht kun je nog binden met maizena, mocht je daar van houden.
Peertjes kun je goed in potten bewaren of invriezen. Als toetje, samen met hangop, is toch wel een van onze favorieten!
Appelmoes
Voor appelmoes maken kun je veel verschillende appelsoorten gebruiken. Goudreinet, Elstar of Jonagold zijn de meest gebruikte. De zoetere soorten leveren wat zoetere appelmoes op, je hebt ook minder suiker nodig. De zuurdere vragen meer suiker. Nu kreeg ik Seedlings, een wat onbekender ras. Onverwerkt niet te eten. Het zijn joekels van appels en flink zuur. Maar ze zijn echt perfect voor appelmoes. Er gaat veel suiker in, maar daardoor krijg je ook een intense appelmoessmaak. Ik heb er fantastische appelmoes van gemaakt!
Appelmoes maken kost wel even tijd. Alleen al het schillen is een flink karwei. Die stap sla ik tegenwoordig dan ook over. Ik snijd de appels in kwarten, ontdoe ze van hun klokhuis en vieze plekken en doe ze dan in grove stukken in de pan. Scheelt veel tijd en kramp in je vingers. Vervolgens zet ik ze op het vuur met een flinke bodem water. Soms lees ik over pannen halfvol water: niet doen, daar wordt de appelmoes niet lekkerder van. Binnen korte tijd gaan de appels zelf vocht loslaten en is er genoeg om in te koken. Ik kook de appel op laag vuur, net zo lang tot alle appelstukken gemakkelijk kapot zijn te drukken met een pollepel. Dan mag het vuur uit en laat ik het afkoelen tot het verwerkbaar is. Als het is afgekoeld haal ik het allemaal door de draaizeef. Schilletjes blijven dan achter en je krijgt een mooie gladde appelmoes. Ik voeg daarna suiker toe. Dat gaat beetje bij beetje en je moet telkens opnieuw proeven of het naar je smaak is.
Wil je het in potten bewaren, dan moet je hierna de gezoete moes weer op het vuur zetten tot het weer kookt. Daarna in brandschone potten schenken, gelijk het deksel erop draaien en op de kop laten afkoelen tot het deksel plopt. Inmiddels ben ik overgegaan op diepvrieszakken en bakjes. De potten waren niet meer aan te slepen. Het scheelt een keer opwarmen. Nadeel is dat het eerst ontdooit moet worden voor je het gebruiken kunt.
Vind je het zeven (en evt. weer opwarmen) te omslachtig, of houd je van stukken in je appelmoes, dan zit er niets anders op dan alle appels te schillen. Dan is het vervolg eenvoudiger: koken tot het moes is (evt. met stukken), suiker toevoegen tot het naar je smaak is en gloeiend heet in potten schenken. Klaar!
Stoofpeertjes
Stoofperen kun je in eindeloos veel gerechten verwerken. Ze worden gegeten als groente, als bijgerecht, nagerecht, in cakes, taarten, ijs en mousse. Maar voor dat alles zullen ze toch eerst gestoofd moeten worden. En ook dat kan in veel variaties.
Schil eerst de stoofpeertjes. Doe dat goed, want eenmaal gestoofd blijven restjes schil een hard randje aan een zacht stoofpeertje. Niet lekker. Je kunt de stoofpeer heel laten, dan is het leuk om een steeltje eraan te laten zitten. Je kunt ze ook in partjes snijden en het klokhuis verwijderen. Ook dan geldt: goed alle harde delen van het klokhuis verwijderen.
Vervolgens moeten de peren gestoofd worden. In welk vocht je dat doet is uiteraard een eigen keus. Ik kies altijd voor een halve fles rode wijn met een scheut water. Andere opties zijn port, rode bessensap of gewoon water. Verder moet er suiker toegevoegd worden. Ik heb nu per pan zo'n 100 gr. gedaan. Je kunt de stoofpeertjes nog meer smaak geven door kaneel, steranijs, kruidnagel, laurier, of citroenschil toe te voegen. Voor mij deze keer twee kaneelstokjes per pan en wat geraspte citroenschil. Zet alles tegelijk op en laat het vocht zachtjes borrelen. Zeker niet flink koken, ze gaan dan kapot.
Stoofpeertjes moeten lang stoven. Na een uur zijn ze meestal wel gaar en zacht. Maar ze worden van zichzelf rood als ze nog een flinke tijd langer op het vuur hebben gestaan. Heb je rood vocht gebruikt, dan zal dat wat eerder zijn. Wil je een rood kleurtje terwijl je ze in water hebt gestoofd, dan zul je toch echt een paar uurtjes ervoor moeten uittrekken. Het vocht kun je nog binden met maizena, mocht je daar van houden.
Peertjes kun je goed in potten bewaren of invriezen. Als toetje, samen met hangop, is toch wel een van onze favorieten!
Appelmoes
Voor appelmoes maken kun je veel verschillende appelsoorten gebruiken. Goudreinet, Elstar of Jonagold zijn de meest gebruikte. De zoetere soorten leveren wat zoetere appelmoes op, je hebt ook minder suiker nodig. De zuurdere vragen meer suiker. Nu kreeg ik Seedlings, een wat onbekender ras. Onverwerkt niet te eten. Het zijn joekels van appels en flink zuur. Maar ze zijn echt perfect voor appelmoes. Er gaat veel suiker in, maar daardoor krijg je ook een intense appelmoessmaak. Ik heb er fantastische appelmoes van gemaakt!
Appelmoes maken kost wel even tijd. Alleen al het schillen is een flink karwei. Die stap sla ik tegenwoordig dan ook over. Ik snijd de appels in kwarten, ontdoe ze van hun klokhuis en vieze plekken en doe ze dan in grove stukken in de pan. Scheelt veel tijd en kramp in je vingers. Vervolgens zet ik ze op het vuur met een flinke bodem water. Soms lees ik over pannen halfvol water: niet doen, daar wordt de appelmoes niet lekkerder van. Binnen korte tijd gaan de appels zelf vocht loslaten en is er genoeg om in te koken. Ik kook de appel op laag vuur, net zo lang tot alle appelstukken gemakkelijk kapot zijn te drukken met een pollepel. Dan mag het vuur uit en laat ik het afkoelen tot het verwerkbaar is. Als het is afgekoeld haal ik het allemaal door de draaizeef. Schilletjes blijven dan achter en je krijgt een mooie gladde appelmoes. Ik voeg daarna suiker toe. Dat gaat beetje bij beetje en je moet telkens opnieuw proeven of het naar je smaak is.
Wil je het in potten bewaren, dan moet je hierna de gezoete moes weer op het vuur zetten tot het weer kookt. Daarna in brandschone potten schenken, gelijk het deksel erop draaien en op de kop laten afkoelen tot het deksel plopt. Inmiddels ben ik overgegaan op diepvrieszakken en bakjes. De potten waren niet meer aan te slepen. Het scheelt een keer opwarmen. Nadeel is dat het eerst ontdooit moet worden voor je het gebruiken kunt.
Vind je het zeven (en evt. weer opwarmen) te omslachtig, of houd je van stukken in je appelmoes, dan zit er niets anders op dan alle appels te schillen. Dan is het vervolg eenvoudiger: koken tot het moes is (evt. met stukken), suiker toevoegen tot het naar je smaak is en gloeiend heet in potten schenken. Klaar!
woensdag 14 oktober 2015
Risotto met spinazie en champignons (vegetarisch)
Risotto is volgens de grote chefs een van de moeilijkere gerechten. Tegelijk heeft Knorr er wel een wereldgerecht van gemaakt. Dus dan moet het toch niet te moeilijk zijn om een eetbare variant op tafel te zetten. Ik maak af en toe risotto. Zelden perfect, maar vrijwel altijd wel erg lekker, naar mijn mening dan. Grootste uitdaging is het gelijkmatig garen van de risotto.
Vandaag probeerde ik een nieuwe. Met verse spinazie en champignons.
Voor 2 volwassenen en 2 kleine eters heb je het volgende nodig:
1 rode ui
200 gr risottorijst
1 liter groentebouillon (gemaakt van 1 blokje)
700 gr verse spinazie
250 gr champignons
flinke hand geraspte kaas
peper
boter
Gebruik voor de risotto een grote pan met een dikke bodem. Snipper de rode ui en bak deze in een klont boter. Voeg de risottorijst toe en laat deze even in de boter bakken, totdat de korrels glazig zijn. Vervolgens voeg je een scheut groentebouillon toe, en die laat je langzaam door de rijst opnemen. Is de rijst bijna droog, dan voeg je opnieuw een scheut bouillon toe. Op deze manier gaart de rijst. Dit proces herhaal je tot de korrels bijna helemaal gaar zijn. De bouillon hoeft er niet allemaal door.
Ondertussen maak je in een andere grote pan de groente klaar. Verse spinazie moet goed gewassen worden, want bevat vaak nog ladingen zand. Verwijder bij het wassen ook vieze blaadjes en zoveel mogelijk van de grote stengels. Snijd de champignons en bak deze in wat olie. Voeg daarna handje voor handje de verse, uitgelekte spinazie toe. Dit slinkt flink en er komt alsnog veel vocht vrij. Zodra de spinazie is gebakken haal je de pan van het vuur.
Op het moment dat de risotto zelf bijna gaar is, voeg je het spinazie-champignonmengsel (zonder het vocht) toe. Roer het er goed doorheen en voeg ook de kaas toe. Lekkerste is een pittige kaas, bijvoorbeeld parmezaan. Ik had alleen gewone kaas in huis, dus die ging er door. Warm het door, voeg nog wat peper naar smaak toe en voeg tot slot een klont (room)boter toe. Dat geeft een lekkere glans en smaak aan het gerecht.
En dan is dit het resultaat.
Je kunt eindeloos variëren met risotto. Het is lekker om na het bakken van de rijst het geheel af te blussen met een scheut witte wijn. Dat had ik helaas niet in huis. Verder kun je in plaats van bouillon aan het eind room toevoegen. Andere kazen, vlees, allerlei soorten groenten: met risotto kun je alle kanten op!
Vandaag probeerde ik een nieuwe. Met verse spinazie en champignons.
Voor 2 volwassenen en 2 kleine eters heb je het volgende nodig:
1 rode ui
200 gr risottorijst
1 liter groentebouillon (gemaakt van 1 blokje)
700 gr verse spinazie
250 gr champignons
flinke hand geraspte kaas
peper
boter
Gebruik voor de risotto een grote pan met een dikke bodem. Snipper de rode ui en bak deze in een klont boter. Voeg de risottorijst toe en laat deze even in de boter bakken, totdat de korrels glazig zijn. Vervolgens voeg je een scheut groentebouillon toe, en die laat je langzaam door de rijst opnemen. Is de rijst bijna droog, dan voeg je opnieuw een scheut bouillon toe. Op deze manier gaart de rijst. Dit proces herhaal je tot de korrels bijna helemaal gaar zijn. De bouillon hoeft er niet allemaal door.
Ondertussen maak je in een andere grote pan de groente klaar. Verse spinazie moet goed gewassen worden, want bevat vaak nog ladingen zand. Verwijder bij het wassen ook vieze blaadjes en zoveel mogelijk van de grote stengels. Snijd de champignons en bak deze in wat olie. Voeg daarna handje voor handje de verse, uitgelekte spinazie toe. Dit slinkt flink en er komt alsnog veel vocht vrij. Zodra de spinazie is gebakken haal je de pan van het vuur.
Op het moment dat de risotto zelf bijna gaar is, voeg je het spinazie-champignonmengsel (zonder het vocht) toe. Roer het er goed doorheen en voeg ook de kaas toe. Lekkerste is een pittige kaas, bijvoorbeeld parmezaan. Ik had alleen gewone kaas in huis, dus die ging er door. Warm het door, voeg nog wat peper naar smaak toe en voeg tot slot een klont (room)boter toe. Dat geeft een lekkere glans en smaak aan het gerecht.
En dan is dit het resultaat.
maandag 12 oktober 2015
Met roomkaas gevulde kipfilet
We eten niet zo vaak gewoon aardappels, vlees en groente. Meestal leuk ik het wat op. Vandaag stonden echter heel normale gekookte aardappeltjes met nog normalere worteltjes op het menu. Om het toch wat specialer te maken heb ik het vlees ietsje luxer gedaan: gevulde kipfilet. Vroeger deed ik het veel vaker, maar tegenwoordig probeer ik wat te minderen met vlees. Vanuit dat idee doe ik vaak 1 kipfilet voor ons allen. Dat kan prima door een pasta of rijstschotel. Maar om nu 1 gevulde kipfilet door vieren te delen, dat ziet er toch wat zielig uit. Vandaag doen we dus luxe en nemen het dubbele. Het is tenslotte niet altijd een doordeweekse maandag met worteltjes en aardappel.
Behalve die beide heb je het volgende nodig:
1 kipfilet pp
een flinke el roomkaas per persoon
peper, zout en (liefst verse) bieslook
3 plakjes katenspek pp
De oven warm je voor op 180 graden. De kipfilet snijd je een flink stuk in, zodat er een mooie ruimte ontstaat waar je het roomkaasmengsel in kwijt kunt. De roomkaas meng je met peper, zout en in kleine stukjes geknipte bieslook. Dit mengsel doe je in de kipfilet. Vervolgens rol je de plakjes katenspek er om heen. Zorg dat de vulopening zoveel mogelijk bedekt is. Je kunt het geheel vastzetten met prikkertjes of met keukentouw. Daarna gaat de kip in een ingevette ovenschaal 25 min. in de oven. Controleer na 25 minuten de gaarheid. Een vleesthermometer is erg handig daarbij. Anders is het een kwestie van goed kijken, voelen en, als je het niet zeker weet, stiekem even insnijden. Is de kip gaar, zet 'm er dan niet 'voor de zekerheid' nog 10 minuten in, want dan heb je grote kans op een gortdroog stukje vlees.
Bij ons was het goed gelukt: een ontzettend lekker sappig, mals, zacht, enz., enz., stukje kip. De kleine bordjes gingen zelf leeg!
Behalve die beide heb je het volgende nodig:
1 kipfilet pp
een flinke el roomkaas per persoon
peper, zout en (liefst verse) bieslook
3 plakjes katenspek pp
De oven warm je voor op 180 graden. De kipfilet snijd je een flink stuk in, zodat er een mooie ruimte ontstaat waar je het roomkaasmengsel in kwijt kunt. De roomkaas meng je met peper, zout en in kleine stukjes geknipte bieslook. Dit mengsel doe je in de kipfilet. Vervolgens rol je de plakjes katenspek er om heen. Zorg dat de vulopening zoveel mogelijk bedekt is. Je kunt het geheel vastzetten met prikkertjes of met keukentouw. Daarna gaat de kip in een ingevette ovenschaal 25 min. in de oven. Controleer na 25 minuten de gaarheid. Een vleesthermometer is erg handig daarbij. Anders is het een kwestie van goed kijken, voelen en, als je het niet zeker weet, stiekem even insnijden. Is de kip gaar, zet 'm er dan niet 'voor de zekerheid' nog 10 minuten in, want dan heb je grote kans op een gortdroog stukje vlees.
Bij ons was het goed gelukt: een ontzettend lekker sappig, mals, zacht, enz., enz., stukje kip. De kleine bordjes gingen zelf leeg!
vrijdag 2 oktober 2015
Gevulde aubergine
Vandaag een gevulde aubergine op het menu! Ik geloof dat dit de eerste keer is dat ik aubergine vul, normaal houd ik het bij courgette. Die vind ik lekkerder. Maar ik eet tegenwoordig continu en overal courgette in, dus nu een keertje een andere variant.
Het is bij het vullen van groente belangrijk dat de andere toegevoegde groenten fijngesneden zijn. Anders krijg je het allemaal er niet in.
Wat heb je nodig?
250 gr gehakt
1 prei
1 paprika
3 aubergines (ik had aan 2 ook genoeg gehad, dus 1 pp)
1 blik tomatenblokjes
tijm, oregano, peper, zout
olijfolie
geraspte kaas
1 kopje rijst
Gehakt rulbakken. Ondertussen de prei fijnsnijden en toevoegen zodra het gehakt rul en bruin is. Vervolgens de paprika wassen, snijden en meebakken. Dit laat je rustig doorbakken, terwijl je de aubergines te pakken neemt.
Het aubergine uithollen is niet moeilijk, maar kost wel even tijd. Je snijdt ze in de lengte doormidden. Daarbij is het handig om op de kromming te letten, zodat beide helften straks goed plat kunnen liggen. Daarna snijd je langs de randen en lepel je de inhoud eruit. Daarbij moet de wand van de aubergine dun, maar nog wel stevig zijn. Een halve cm is prima. Dikke aubergines hebben veel zaadjes, die zaadlijsten kun je weggooien. Het overige vruchtvlees snijd je klein en mag de pan in. Als alle aubergines zijn uitgehold mogen ze in een ovenschaal die rijkelijk is ingesmeerd met olijfolie.
Voeg tomatenblokjes toe aan het mengsel in pan. Vervolgens op smaak brengen met de kruiden en peper en zout. Daarna de aubergines vullen en een lekkere laag geraspte kaas erover strooien. De ovenschaal mag een half uur op 180 graden in de oven.
Kook daarna de rijst. Ik heb kurkuma toegevoegd aan het water: dat geeft zo'n lekker kleurtje op het bord. En het resultaat mocht er zijn!
Het is bij het vullen van groente belangrijk dat de andere toegevoegde groenten fijngesneden zijn. Anders krijg je het allemaal er niet in.
Wat heb je nodig?
250 gr gehakt
1 prei
1 paprika
3 aubergines (ik had aan 2 ook genoeg gehad, dus 1 pp)
1 blik tomatenblokjes
tijm, oregano, peper, zout
olijfolie
geraspte kaas
1 kopje rijst
Gehakt rulbakken. Ondertussen de prei fijnsnijden en toevoegen zodra het gehakt rul en bruin is. Vervolgens de paprika wassen, snijden en meebakken. Dit laat je rustig doorbakken, terwijl je de aubergines te pakken neemt.
Het aubergine uithollen is niet moeilijk, maar kost wel even tijd. Je snijdt ze in de lengte doormidden. Daarbij is het handig om op de kromming te letten, zodat beide helften straks goed plat kunnen liggen. Daarna snijd je langs de randen en lepel je de inhoud eruit. Daarbij moet de wand van de aubergine dun, maar nog wel stevig zijn. Een halve cm is prima. Dikke aubergines hebben veel zaadjes, die zaadlijsten kun je weggooien. Het overige vruchtvlees snijd je klein en mag de pan in. Als alle aubergines zijn uitgehold mogen ze in een ovenschaal die rijkelijk is ingesmeerd met olijfolie.
Voeg tomatenblokjes toe aan het mengsel in pan. Vervolgens op smaak brengen met de kruiden en peper en zout. Daarna de aubergines vullen en een lekkere laag geraspte kaas erover strooien. De ovenschaal mag een half uur op 180 graden in de oven.
Kook daarna de rijst. Ik heb kurkuma toegevoegd aan het water: dat geeft zo'n lekker kleurtje op het bord. En het resultaat mocht er zijn!
vrijdag 25 september 2015
Druiven-appeljam
Toen we in Scheerwolde woonden hadden we een blauwedruivenstruik. Die deed het fantastisch, ik haalde er pannen vol druiven van af. Maar wat moet je er mee? Wijn maken vond ik teveel gedoe. Druivensap drink ik praktisch niet. Ik vond toen een lekker druivenjam recept.
Inmiddels wonen we in het hoge Noorden, zonder druivenstruik. Maar nu met buren met druiven. Nog luxer: ik krijg ze gewoon geplukt en wel op mijn aanrecht. En het mooie is dat ik de appeltjes, die ik voor het recept nodig heb, vandaag ook kreeg. We genieten hier van de overvloed van de mensen om ons heen!
3,5 kg schoongemaakte blauwe druiven
1,5 kg zure appel, geschild en in stukken
1 wijnglas witte wijn
sap van 1 citroen
4 pakken geleisuiker speciaal (a 500 gr)
Doe de stukjes appel in een grote pan en de druiven er boven op. Voeg wijn (of gewoon water) en citroensap toe en breng het aan de kook. Laat alles kapot koken. Pas op voor aanbranden!
Laat het geheel afkoelen tot het te verwerken is. Pak een schone pan, zet daar een draaizeef op en roer alles door de zeef. Pulp kun je weggooien.
Daarna mag het dikke sap weer op het vuur, samen met de geleisuiker. Al roerend aan de kook brengen.
Ondertussen zet je een aantal brandschone potjes op een rooster. Als de jam een minuut heeft gekookt mag de pan van het vuur. Vul zo snel mogelijk de potjes met jam, tot aan de rand, en schroef ze stevig dicht. Zet ze vervolgens op de kop tot je het deksel hoort ploppen. In een gewoon bakje blijft de jam uiteraard ook wel even goed.
Vorig jaar heb ik een kruidenmengseltje uit het originele recept toegevoegd. Dat maakt het tot een echt lekker en speciaal jammetje, ook erg geschikt bij vlees. Maar op de vroege morgen vond ik die kruiden in mijn jam toch wat minder lekker. Dit jaar dus zonder, maar hierbij wel het recept:
Breng in een steelpannetje een glas witte wijn aan de kook met wat takjes tijm, rozemarijn, 25 peperkorrels en 15 gekneusde jeneverbessen en een paar draaien zout.
Voeg dit samen met een eetlepel balsamicoazijn toe op het moment dat je de jam aan de kook gaat brengen met geleisuiker.
Eet lekker!
Inmiddels wonen we in het hoge Noorden, zonder druivenstruik. Maar nu met buren met druiven. Nog luxer: ik krijg ze gewoon geplukt en wel op mijn aanrecht. En het mooie is dat ik de appeltjes, die ik voor het recept nodig heb, vandaag ook kreeg. We genieten hier van de overvloed van de mensen om ons heen!
3,5 kg schoongemaakte blauwe druiven
1,5 kg zure appel, geschild en in stukken
1 wijnglas witte wijn
sap van 1 citroen
4 pakken geleisuiker speciaal (a 500 gr)
Doe de stukjes appel in een grote pan en de druiven er boven op. Voeg wijn (of gewoon water) en citroensap toe en breng het aan de kook. Laat alles kapot koken. Pas op voor aanbranden!
Laat het geheel afkoelen tot het te verwerken is. Pak een schone pan, zet daar een draaizeef op en roer alles door de zeef. Pulp kun je weggooien.
Daarna mag het dikke sap weer op het vuur, samen met de geleisuiker. Al roerend aan de kook brengen.
Ondertussen zet je een aantal brandschone potjes op een rooster. Als de jam een minuut heeft gekookt mag de pan van het vuur. Vul zo snel mogelijk de potjes met jam, tot aan de rand, en schroef ze stevig dicht. Zet ze vervolgens op de kop tot je het deksel hoort ploppen. In een gewoon bakje blijft de jam uiteraard ook wel even goed.
Vorig jaar heb ik een kruidenmengseltje uit het originele recept toegevoegd. Dat maakt het tot een echt lekker en speciaal jammetje, ook erg geschikt bij vlees. Maar op de vroege morgen vond ik die kruiden in mijn jam toch wat minder lekker. Dit jaar dus zonder, maar hierbij wel het recept:
Breng in een steelpannetje een glas witte wijn aan de kook met wat takjes tijm, rozemarijn, 25 peperkorrels en 15 gekneusde jeneverbessen en een paar draaien zout.
Voeg dit samen met een eetlepel balsamicoazijn toe op het moment dat je de jam aan de kook gaat brengen met geleisuiker.
Eet lekker!
Walnoten-pruimenkoeken
Toen ik een recept tegenkwam van koeken met walnoten en pruimen aarzelde ik wel even. Ik zag het nog niet direct lekker zijn. Maar ik ben blij dat ik het geprobeerd heb! Wel met een paar aanpassingen, maar de basis is hetzelfde. Met noten en fruit erin heb je ook nog eens het idee heel gezond bezig te zijn....
100 gr gepelde walnoten, grof gehakt
150 gr verse pruimen
125 gr zachte roomboter
125 gr donkerbruine basterdsuiker
1 ei
1 zakje vanillesuiker
200 gr bloem
een kleine theelepel bakpoeder
snufje zout
De verse pruimen ontdoe je van pit en zoveel mogelijk van de schilletjes. Dat laatste ging bij mij goed door ze door midden te snijden, op het schilletje te leggen en met een scherp mes over de schil te schrapen. Voor zover de pruim nog niet in stukken is, snijd je ze grof.
Ondertussen roer je de roomboter met basterdsuiker romig in de mixer. Als dit goed gemengd is voeg je een ei toe. Daarna vanillesuiker, bloem, bakpoeder en wat zout. Tot slot de walnoten en pruimen er goed doorheen mengen.
Het goedje mag even een kwartier opstijven in de koelkast. Ondertussen verwarm je de oven voor op 180 graden en bekleed je een bakplaat met bakpapier.
Het deeg is nogal plakkerig, dus het is handig om het flink met bloem te bestuiven, of om gewoon 2 eetlepels te gebruiken bij het opscheppen. Je legt bolletjes deeg op de bakplaat en drukt ze plat. Zorg dat er wat ruimte over blijft tussen de koekjes. Vervolgens een kwartier in de oven. Controleer daarna met een prikker of de koek gaar is. Daarna laten afkoelen en opstijven.
Ik volgde het originele recept met 8 grote koeken. Maar 16 kleine lijkt me voor de volgende keer beter. Ik vermoed dat er zeer binnenkort een tweede portie gemaakt gaat worden!
Het originele recept vind je overigens op de website van AH.nl.
100 gr gepelde walnoten, grof gehakt
150 gr verse pruimen
125 gr zachte roomboter
125 gr donkerbruine basterdsuiker
1 ei
1 zakje vanillesuiker
200 gr bloem
een kleine theelepel bakpoeder
snufje zout
De verse pruimen ontdoe je van pit en zoveel mogelijk van de schilletjes. Dat laatste ging bij mij goed door ze door midden te snijden, op het schilletje te leggen en met een scherp mes over de schil te schrapen. Voor zover de pruim nog niet in stukken is, snijd je ze grof.
Ondertussen roer je de roomboter met basterdsuiker romig in de mixer. Als dit goed gemengd is voeg je een ei toe. Daarna vanillesuiker, bloem, bakpoeder en wat zout. Tot slot de walnoten en pruimen er goed doorheen mengen.
Het goedje mag even een kwartier opstijven in de koelkast. Ondertussen verwarm je de oven voor op 180 graden en bekleed je een bakplaat met bakpapier.
Het deeg is nogal plakkerig, dus het is handig om het flink met bloem te bestuiven, of om gewoon 2 eetlepels te gebruiken bij het opscheppen. Je legt bolletjes deeg op de bakplaat en drukt ze plat. Zorg dat er wat ruimte over blijft tussen de koekjes. Vervolgens een kwartier in de oven. Controleer daarna met een prikker of de koek gaar is. Daarna laten afkoelen en opstijven.
Ik volgde het originele recept met 8 grote koeken. Maar 16 kleine lijkt me voor de volgende keer beter. Ik vermoed dat er zeer binnenkort een tweede portie gemaakt gaat worden!
Het originele recept vind je overigens op de website van AH.nl.
woensdag 23 september 2015
Kip met courgette en pruimen
Soms gebeurt het dat je bij thuiskomst ineens courgettes en pruimen voor de deur hebt liggen. Gisteren was dat bij ons het geval. Ik heb ze uiteraard liefdevol opgenomen in ons huishouden. Nu zijn beide uitstekend los van elkaar te consumeren, maar ik kreeg zin om ze ook samen uit te proberen. En bij een combi van courgette met fruit, komt in mijn niet-zo-creatieve geest gelijk de tajine boven. Vandaag een stoofpotje van kip met courgette en pruimen. Het leek me lekker om daarbij couscous te serveren. Toevallig had ik vorige week een flinke hoeveelheid gekocht bij de eerste verpakkingsvrije winkel van Nederland: Opgeweckt Noord. Mooi concept, echt niet duur, lekker vers, biologisch en zoveel mogelijk uit eigen regio. Jammer dat het voor de dagelijkse boodschappen net wat te ver is. Maar deze couscous heb ik vandaag even uitgeprobeerd.
Ik kwam een leuk filmpje tegen over de echte, originele manier van couscous koken. Ik, met mijn Hollandse hoofd, dacht natuurlijk dat couscous alleen maar hoeft te wellen. Dat blijkt dus altijd om voorgekookte couscous te gaan. Heel leuk om te zien hoe het met ongekookte couscous zou moeten. https://youtu.be/xv5sr4B5K6o
Het recept voor vandaag (3 volwassenen, 2 kids)
2 kipfilets
ras el hanout (zie ras el hanout)
1 rode ui
2 flinke courgettes
150 gr champignons
0,5 l kippen/groentebouillon
8 pruimen
300 gr couscous
De kipfilet heb ik in stukken gesneden en bestrooid met ras el hanout. Ik vermoed 1-2 eetlepels, ik doe het op gevoel. In een grote braadpan verhitte ik olijfolie en daar heb ik de kippetjes in aangebakken. Vervolgens een rode ui gesnipperd en toegevoegd. Ondertussen de courgettes en champignons gesneden en daarna ook toegevoegd. Toen alles even was aangebakken ging de bouillon erbij. Het geheel moet stoven, dus er mag wel wat vocht bij. Uiteindelijk kwam er een behoorlijke hoeveelheid vocht vrij, teveel om het erbij te serveren. Dit vocht heb ik zoveel mogelijk eruit gehaald en hergebruikt bij het bereiden van de couscous. Als je couscous gebruikt die al is gekruid, dan is dit wat teveel van het goede. Maar bij naturel is de bouillon juist een lekkere smaakmaker.
De pruimen moeten uiteraard schoongemaakt en ontpit worden. Daarna in stukken snijden en op het laatst toevoegen. De couscous klaarmaken was vandaag wat ingewikkelder: ik had geen idee welk soort couscous ik had gekocht. Dat krijg je bij een verpakkingsvrije winkel.... Na een aangekoekt pannetje en vervolgens weer te natte couscous heb ik toch een eetbare variant op het bord weten te krijgen. Wat klef, dat wel. Maar ik heb nog een portie staan voor de herkansing.
Ik kwam een leuk filmpje tegen over de echte, originele manier van couscous koken. Ik, met mijn Hollandse hoofd, dacht natuurlijk dat couscous alleen maar hoeft te wellen. Dat blijkt dus altijd om voorgekookte couscous te gaan. Heel leuk om te zien hoe het met ongekookte couscous zou moeten. https://youtu.be/xv5sr4B5K6o
Het recept voor vandaag (3 volwassenen, 2 kids)
2 kipfilets
ras el hanout (zie ras el hanout)
1 rode ui
2 flinke courgettes
150 gr champignons
0,5 l kippen/groentebouillon
8 pruimen
300 gr couscous
De kipfilet heb ik in stukken gesneden en bestrooid met ras el hanout. Ik vermoed 1-2 eetlepels, ik doe het op gevoel. In een grote braadpan verhitte ik olijfolie en daar heb ik de kippetjes in aangebakken. Vervolgens een rode ui gesnipperd en toegevoegd. Ondertussen de courgettes en champignons gesneden en daarna ook toegevoegd. Toen alles even was aangebakken ging de bouillon erbij. Het geheel moet stoven, dus er mag wel wat vocht bij. Uiteindelijk kwam er een behoorlijke hoeveelheid vocht vrij, teveel om het erbij te serveren. Dit vocht heb ik zoveel mogelijk eruit gehaald en hergebruikt bij het bereiden van de couscous. Als je couscous gebruikt die al is gekruid, dan is dit wat teveel van het goede. Maar bij naturel is de bouillon juist een lekkere smaakmaker.
De pruimen moeten uiteraard schoongemaakt en ontpit worden. Daarna in stukken snijden en op het laatst toevoegen. De couscous klaarmaken was vandaag wat ingewikkelder: ik had geen idee welk soort couscous ik had gekocht. Dat krijg je bij een verpakkingsvrije winkel.... Na een aangekoekt pannetje en vervolgens weer te natte couscous heb ik toch een eetbare variant op het bord weten te krijgen. Wat klef, dat wel. Maar ik heb nog een portie staan voor de herkansing.
vrijdag 18 september 2015
Spaghetti met (restjes-)tomatensaus
Vandaag had ik geen zin om de deur uit te gaan voor mijn eten. En als er dan al een keer patat op het menu heeft gestaan, dan moet je wat verzinnen met andere etenswaren in huis. Restjes dus. De hele week had er ook nog geen pasta op het menu gestaan. Dus werd het pasta met restjes. Nu scheelt het dat ik geen vast recept heb voor pasta met tomatensaus, al komt het vaak wel wat op hetzelfde neer.
Vandaag het recept met de dingen die ik in huis (en tuin) had.
250 gr rundergehakt
2 uien
2 teentjes knoflook
150 gr italiaanse roerbakgroenten uit de vriezer
100 gr champignons
1 versgeplukte courgette
1 pakje gezeefde tomaten
1 bouillonblokje
flinke scheut rode wijn
tijm, rozemarijn, oregano, peterselie, paprikapoeder, basilicum
2 tomaten
peper
250 gr spaghetti
Bak het rundergehakt rul. Voeg daarna de gesnipperde uien en kleingesneden knoflook toe. Als de uien wat gegaard zijn mogen de andere groenten er (in stukjes gesneden) bij. Vervolgens mag er een scheut wijn in, een pakje gezeefde tomaten en het bouillonblokje. Als je gedroogde kruiden gebruikt, kun je deze er ook aan toevoegen. Verse kruiden moet je juist op het laatste moment toevoegen. Basilicum had ik in de vensterbank staan, de rest haalde ik uit een potje. Alles heeft lekker een tijdje staan pruttelen op het vuur. Ondertussen kookte ik de spaghetti gaar. Het schijnt dat je de juiste gaarheid kunt testen door een sliert tegen de achterwand van je keuken te gooien. Als het blijft plakken is het goed. Ik ben zelf meer van het proeven....
Is je spaghetti bijna klaar, dan warm je nog even de in stukjes gesneden tomaten mee in de saus. Ook voeg je na smaak nog wat peper toe. Zout is eigenlijk niet nodig als je al een bouillonblokje gebruikt hebt. Mijn saus was perfect qua dikte. Is het geheel te vochtig, dan kun je wat gezeefde bloem toevoegen en even laten garen in de saus, tot het mooi gebonden is. Heb je ook nog een stuk kaas in de koelkast, dan kun je dat raspen en erover strooien.
Vandaag het recept met de dingen die ik in huis (en tuin) had.
250 gr rundergehakt
2 uien
2 teentjes knoflook
150 gr italiaanse roerbakgroenten uit de vriezer
100 gr champignons
1 versgeplukte courgette
1 pakje gezeefde tomaten
1 bouillonblokje
flinke scheut rode wijn
tijm, rozemarijn, oregano, peterselie, paprikapoeder, basilicum
2 tomaten
peper
250 gr spaghetti
Bak het rundergehakt rul. Voeg daarna de gesnipperde uien en kleingesneden knoflook toe. Als de uien wat gegaard zijn mogen de andere groenten er (in stukjes gesneden) bij. Vervolgens mag er een scheut wijn in, een pakje gezeefde tomaten en het bouillonblokje. Als je gedroogde kruiden gebruikt, kun je deze er ook aan toevoegen. Verse kruiden moet je juist op het laatste moment toevoegen. Basilicum had ik in de vensterbank staan, de rest haalde ik uit een potje. Alles heeft lekker een tijdje staan pruttelen op het vuur. Ondertussen kookte ik de spaghetti gaar. Het schijnt dat je de juiste gaarheid kunt testen door een sliert tegen de achterwand van je keuken te gooien. Als het blijft plakken is het goed. Ik ben zelf meer van het proeven....
Is je spaghetti bijna klaar, dan warm je nog even de in stukjes gesneden tomaten mee in de saus. Ook voeg je na smaak nog wat peper toe. Zout is eigenlijk niet nodig als je al een bouillonblokje gebruikt hebt. Mijn saus was perfect qua dikte. Is het geheel te vochtig, dan kun je wat gezeefde bloem toevoegen en even laten garen in de saus, tot het mooi gebonden is. Heb je ook nog een stuk kaas in de koelkast, dan kun je dat raspen en erover strooien.
Voor een restjesmaaltijd was het wel erg lekker!
zondag 6 september 2015
Tajine van kippenbouten met ras el hanout
Bij ons huwelijk kregen wij een tajine cadeau. Na 6,5 jaar ben ik er nog net zo gelukkig mee als met mijn echtgenoot. Voor wie de tajine niet kent: het is een Marrokaanse aardewerken stoofpot. In de schaal braad en stoof je het gerecht. In de kegelvormige bovenkant wordt de damp afgekoeld en dit komt terug in de schaal. Hierdoor behoud je veel smaak.
Ik heb al veel gerechten in de tajine gemaakt. Voornamelijk met rundvlees als hoofdingrediënt. Dat staat dan een uur of drie te sudderen. Voor de momenten dat ik minder tijd heb, kies ik kipfilet. Vandaag heb ik wat nieuws uitgeprobeerd: kippenbouten. We eten ze eigenlijk nooit. Maar het stooft wel lekker in zo'n pot! En die geur die uit zo'n tajine komt....fantastisch!
In deze tajine ging het volgende:
2 kippenbouten
ras el hanout (marrokaans kruidenmengsel, verkrijgbaar in de supermarkt, of zie recept onderaan)
3 bosuitjes
200 gr champignons (ik koos voor half kastanje, half gewoon)
1 courgette
scheut sinaasappelsap
6 abrikozen
140 gr couscous (is voldoende voor 2 volwassenen/2 kleintjes)
De tajine moet langzaam opwarmen tot het heet is. Zodra dat het geval was, bakte ik de kippenbouten even aan in een scheut olie. Vervolgens ging er ras el hanout bij en een scheutje sinaasappelsap bij.
Dat heeft 20 minuutjes staan stoven. Ondertussen sneed ik bosuitjes, champignons en courgette in stukjes. Ik voegde deze toe en ook nog een scheutje sinaasappelsap. Een tajine is bij mij altijd erg vochtig. Uit de groenten komt vaak ook vocht, dus wees er voorzichtig mee. Daarna heeft het geheel een klein half uur gestoofd in de pot.
Toen alles gaar was gingen de abrikozen erbij. Ze hadden verse bij de groenteboer, anders kies ik vaak voor gedroogde.
Ik eet de tajine meestal met couscous, hoewel er ook tajines zijn waar al aardappel door zit. Terwijl de abrikoos nog even mee stoofde, maakte ik de couscous klaar. Meestal is dat een kwestie van water koken, couscous erdoor roeren en na 5 minuten nogmaals doorroeren. Maar de verhouding couscous/water en de bereidingstijd verschilt per pakje.
Servetten klaar en eten maar!
Nu hebben de meeste mensen geen tajine. Hoewel het natuurlijk een prachtige en decoratieve aanwinst is voor je keuken, zijn er ook alternatieven. Gewoon een braadpan met deksel kan goed. Bovendien is mijn tajine net groot genoeg voor 3-persoonsmaaltijden. Bij grotere hoeveelheden moet je dus een grotere tajine kopen. Ik kies dan voor een gewone braadpan.
Dan het recept voor ras el hanout. Hoewel je dit mengsel gewoon kunt kopen, is het net zo eenvoudig om zelf te maken. Als je tenminste een uitgebreide voorraad aan specerijen hebt staan. Dan kun je ook je eigen accent er aan geven. Zo ben ik niet echt fan van komijn, maar wel van kaneel. Onderstaande is genoeg voldoende voor bovenstaand recept.
Ras el Hanout
1/4 tl van: komijnpoeder, kurkuma, gemalen koriander, laos, cayennepeper
1/2 tl van: kaneel, gember, gemalen knoflook, gemalen zwarte peper
2 tl zout
mespuntje kardemom, nootmuskaat, kruidnagel
Ik heb al veel gerechten in de tajine gemaakt. Voornamelijk met rundvlees als hoofdingrediënt. Dat staat dan een uur of drie te sudderen. Voor de momenten dat ik minder tijd heb, kies ik kipfilet. Vandaag heb ik wat nieuws uitgeprobeerd: kippenbouten. We eten ze eigenlijk nooit. Maar het stooft wel lekker in zo'n pot! En die geur die uit zo'n tajine komt....fantastisch!
In deze tajine ging het volgende:
2 kippenbouten
ras el hanout (marrokaans kruidenmengsel, verkrijgbaar in de supermarkt, of zie recept onderaan)
3 bosuitjes
200 gr champignons (ik koos voor half kastanje, half gewoon)
1 courgette
scheut sinaasappelsap
6 abrikozen
140 gr couscous (is voldoende voor 2 volwassenen/2 kleintjes)
De tajine moet langzaam opwarmen tot het heet is. Zodra dat het geval was, bakte ik de kippenbouten even aan in een scheut olie. Vervolgens ging er ras el hanout bij en een scheutje sinaasappelsap bij.
Dat heeft 20 minuutjes staan stoven. Ondertussen sneed ik bosuitjes, champignons en courgette in stukjes. Ik voegde deze toe en ook nog een scheutje sinaasappelsap. Een tajine is bij mij altijd erg vochtig. Uit de groenten komt vaak ook vocht, dus wees er voorzichtig mee. Daarna heeft het geheel een klein half uur gestoofd in de pot.
Toen alles gaar was gingen de abrikozen erbij. Ze hadden verse bij de groenteboer, anders kies ik vaak voor gedroogde.
Ik eet de tajine meestal met couscous, hoewel er ook tajines zijn waar al aardappel door zit. Terwijl de abrikoos nog even mee stoofde, maakte ik de couscous klaar. Meestal is dat een kwestie van water koken, couscous erdoor roeren en na 5 minuten nogmaals doorroeren. Maar de verhouding couscous/water en de bereidingstijd verschilt per pakje.
Servetten klaar en eten maar!
Nu hebben de meeste mensen geen tajine. Hoewel het natuurlijk een prachtige en decoratieve aanwinst is voor je keuken, zijn er ook alternatieven. Gewoon een braadpan met deksel kan goed. Bovendien is mijn tajine net groot genoeg voor 3-persoonsmaaltijden. Bij grotere hoeveelheden moet je dus een grotere tajine kopen. Ik kies dan voor een gewone braadpan.
Dan het recept voor ras el hanout. Hoewel je dit mengsel gewoon kunt kopen, is het net zo eenvoudig om zelf te maken. Als je tenminste een uitgebreide voorraad aan specerijen hebt staan. Dan kun je ook je eigen accent er aan geven. Zo ben ik niet echt fan van komijn, maar wel van kaneel. Onderstaande is genoeg voldoende voor bovenstaand recept.
Ras el Hanout
1/4 tl van: komijnpoeder, kurkuma, gemalen koriander, laos, cayennepeper
1/2 tl van: kaneel, gember, gemalen knoflook, gemalen zwarte peper
2 tl zout
mespuntje kardemom, nootmuskaat, kruidnagel
donderdag 3 september 2015
makkelijke maaltijd: gezonde salade met ovenaardappeltjes
Sinds we ooit het SouthBeach dieet hebben gevolgd, hebben we nauwelijks meer sla of salade gegeten. Als je elke middag een trommeltje met sla open trekt, dan is het lekkere er wel een keer af, zelfs als je varieert. Gisteren was ik er wel voor in de mood. Het is lekker gezond, je kunt de pannen eens in je kast laten, en ik moet tenslotte ook de kinderen sla leren eten....
Ik serveerde het met aardappeltjes uit de oven. Dat is wat mij betreft wel aardappel op zijn lekkerst: ongeschild, in partjes, met wat kruiden in de oven.
Vandaag de volgende salade:
100 gr gemengde sla
50 gr rucola
150 gr kipfilet (vleeswaren)
150 gr feta
150 gr cherrytomaten
1 avocado
De kipfilet in reepjes, de feta in blokjes, de tomaatjes gehalveerd en de avocado in kleine stukjes gesneden. Mengen en klaar!
Vervolgens heb ik er een honingmosterddressing over gedaan:
1 eetl honing
1 eetl mosterd (ik koos voor Dijon, dan krijg je een milde mosterdsmaak)
4 el olijfolie
1 el witte wijnazijn
peper, zout.
Klop deze ingrediënten goed, tot ze mooi gemengd zijn en giet voor het serveren over de sla. Dan ziet het er zo uit.
De aardappeltjes zijn heel eenvoudig: pak de hoeveelheid die je eet. Boen deze schoon onder de kraan en haal evt vieze plekjes weg. Snijd ze in mooie partjes en spoel ze nogmaals af. Daarna dep je ze droog en doe je ze in een ovenschaal. Giet er scheutje olijfolie overheen en voeg rozemarijn of tijm toe. Daarna wat zeezout en peper erover, goed door elkaar mengen en in een voorverwarmde oven zetten: 200 C, 45 min. Halverwege een keer omscheppen.
Normaal gesproken gaan er ook wat teentjes knoflook door. In plakjes gesneden, tussen de aardappeltjes gelegd. Dat liet ik deze keer achterwege, uit medeleven met de mensen met wie we moesten vergaderen.....
Ik heb ontzettend lekker gegeten. En de kinderen lustten het zelfs ook!
Ik serveerde het met aardappeltjes uit de oven. Dat is wat mij betreft wel aardappel op zijn lekkerst: ongeschild, in partjes, met wat kruiden in de oven.
Vandaag de volgende salade:
100 gr gemengde sla
50 gr rucola
150 gr kipfilet (vleeswaren)
150 gr feta
150 gr cherrytomaten
1 avocado
De kipfilet in reepjes, de feta in blokjes, de tomaatjes gehalveerd en de avocado in kleine stukjes gesneden. Mengen en klaar!
Vervolgens heb ik er een honingmosterddressing over gedaan:
1 eetl honing
1 eetl mosterd (ik koos voor Dijon, dan krijg je een milde mosterdsmaak)
4 el olijfolie
1 el witte wijnazijn
peper, zout.
Klop deze ingrediënten goed, tot ze mooi gemengd zijn en giet voor het serveren over de sla. Dan ziet het er zo uit.
De aardappeltjes zijn heel eenvoudig: pak de hoeveelheid die je eet. Boen deze schoon onder de kraan en haal evt vieze plekjes weg. Snijd ze in mooie partjes en spoel ze nogmaals af. Daarna dep je ze droog en doe je ze in een ovenschaal. Giet er scheutje olijfolie overheen en voeg rozemarijn of tijm toe. Daarna wat zeezout en peper erover, goed door elkaar mengen en in een voorverwarmde oven zetten: 200 C, 45 min. Halverwege een keer omscheppen.
Normaal gesproken gaan er ook wat teentjes knoflook door. In plakjes gesneden, tussen de aardappeltjes gelegd. Dat liet ik deze keer achterwege, uit medeleven met de mensen met wie we moesten vergaderen.....
Ik heb ontzettend lekker gegeten. En de kinderen lustten het zelfs ook!
maandag 31 augustus 2015
Vegetarische tomatensoep
Zondag is soepdag. Althans, vroeger bij mijn ouders wel. Elke zondagmiddag aten we soep, heerlijk. Een bouillon getrokken van een stukje bot en vlees. Verse groenten erin. Mijn mams kan dat wel, dat soep koken. Ik ben er nog steeds gek op, maar mijn wederhelft wat minder. Tegenwoordig staat er dus zelden meer soep op het zondagse menu. Maar afgelopen weekend had ik een lekkere tomatensoep bij de lunch bedacht. Omdat ik vind dat we genoeg vlees eten, heb ik het soepje vegetarisch gehouden. De bouillon heb ik niet zelf getrokken, ik gebruikte een bouillonblokje. Ik blijf tenslotte wel een beetje lui...
Ingrediënten:
2 uien, gesnipperd
5 kleine worteltjes
2 zoete puntpaprika's
150 gr champignons
pakje gezeefde tomaten
1 groentebouillonblokje
3 trostomaten
balsamicoazijn
paprikapoeder
tabasco
oregano, tijm, bieslook, basilicum, van alles wat, samen een flinke hand vol.
geraspte parmezaanse kaas
De uien heb ik gebakken in olijfolie. De worteltjes, paprika's en champignons werden in kleine stukje gesneden en ook even meegebakken. De gezeefde tomaten konden daarna in de pan, evenals een bouillonblokje en een flinke scheut heet water. Dit heeft samen een tijdje staan pruttelen op het vuur, tot de groente beetgaar was.
Hoewel ik te lui was om een kilo tomaten te ontvellen en dus gezeefde tomaten gebruikte, heb ik wel wat verse tomaten erin gedaan. Die heb ik eerst ontveld. Dit doe je gemakkelijk door eerst een kruis te snijden aan de onderkant. Dan giet je er kokend heet water over en direct daarna zo koud mogelijk water. De velletjes laten dan gemakkelijk los. De ontvelde tomaten heb ik in blokjes gesneden
en toegevoegd. Vervolgens een flinke scheut balsamico erbij, wat paprikapoeder en tabasco. Op het laatst de gewassen en gesneden kruiden. Als je die eerder toevoegt, gaat de smaak verloren (muv tijm, die kan goed meegekookt worden). Extra zout had dit soepje niet nodig.
Nadat de soep over de kommen verdeeld was, deed ik er nog wat geraspte parmezaanse kaas over. Erg lekker want het soepje zelf is door alle zoete groenten een wat zoetere soep.
Ingrediënten:
2 uien, gesnipperd
5 kleine worteltjes
2 zoete puntpaprika's
150 gr champignons
pakje gezeefde tomaten
1 groentebouillonblokje
3 trostomaten
balsamicoazijn
paprikapoeder
tabasco
oregano, tijm, bieslook, basilicum, van alles wat, samen een flinke hand vol.
geraspte parmezaanse kaas
De uien heb ik gebakken in olijfolie. De worteltjes, paprika's en champignons werden in kleine stukje gesneden en ook even meegebakken. De gezeefde tomaten konden daarna in de pan, evenals een bouillonblokje en een flinke scheut heet water. Dit heeft samen een tijdje staan pruttelen op het vuur, tot de groente beetgaar was.
Hoewel ik te lui was om een kilo tomaten te ontvellen en dus gezeefde tomaten gebruikte, heb ik wel wat verse tomaten erin gedaan. Die heb ik eerst ontveld. Dit doe je gemakkelijk door eerst een kruis te snijden aan de onderkant. Dan giet je er kokend heet water over en direct daarna zo koud mogelijk water. De velletjes laten dan gemakkelijk los. De ontvelde tomaten heb ik in blokjes gesneden
en toegevoegd. Vervolgens een flinke scheut balsamico erbij, wat paprikapoeder en tabasco. Op het laatst de gewassen en gesneden kruiden. Als je die eerder toevoegt, gaat de smaak verloren (muv tijm, die kan goed meegekookt worden). Extra zout had dit soepje niet nodig.
Nadat de soep over de kommen verdeeld was, deed ik er nog wat geraspte parmezaanse kaas over. Erg lekker want het soepje zelf is door alle zoete groenten een wat zoetere soep.
Labels:
puntpaprika,
soep,
tomaten,
vegetarisch,
wortel
vrijdag 28 augustus 2015
Fris bananenroomijs
Vandaag constateerde ik twee bananen op de fruitschaal die op het punt stonden weg te lopen. Ik vind banaan alleen lekker als ze net rijp zijn. Hoe zachter ze worden, hoe viezer ik ze vind. Tegenwoordig heb ik echter de oplossing voor die niet-lekkere bananen gevonden: bananenroomijs. Een recept uit de losse pols.
Ik heb al jaren terug een goedkope ijsmachine in de uitverkoop gescoord, bij de plaatselijke drogist. Ruim een tientje, meer heeft het niet gekost. Maar wat heb ik er al ontzettend veel lekkers uitgehaald! Sinds we een flinke ijskast hebben, staat deze machine standaard in de vriezer, zodat het per direct te gebruiken is. Sommige machines moeten nl een halve dag in de vriezer staan, anderen hebben een koelelement dat in de vriezer moet. Hoe dan ook, ik wil niet een dag wachten als ik besloten heb ijs te maken. Dus hij is altijd startklaar.
Je hebt voor dit ijs niet veel bijzonders nodig. Wel is het de moeite waard om vers citroensap te gebruiken in plaats van concentraat uit een flesje. Ik gebruik behoorlijk wat sap, want ik houd van een frisse smaak. Ben je een enorme banaanfan, of een citroenhater, dan moet je wat minder citroensap gebruiken. Dan kan er ook iets minder suiker in.
2 bijzonder rijpe bananen
100 gr witte basterdsuiker
sap van 1 citroen
200 ml slagroom (ongeklopt)
halfvolle melk
Pureer de bananen met suiker en citroensap.
Als het mooi glad is mag er slagroom bij.
Vervolgens vul ik dit aan met melk tot een kleine liter (dat is ongeveer de hoeveelheid die in mijn machine mag). Dan mag het mengsel in de (draaiende) machine.
Het wordt in de machine 35 minuten gedraaid.
Je ziet dat er lucht in komt, het volume wordt veel groter.
Zodra het mengsel wat steviger wordt, kun je nootjes of stukjes chocola toevoegen. Zeker niet eerder: de harde stukjes gaan aan de bodem vastzitten en blokkeren de hele machine. Ik ben ervaringsdeskundige....
Daarna nog een uurtje of 3 in de vriezer stevig laten worden en verdelen maar!
Bij ons liggen er tegenwoordig regelmatig bananen stiekem vies te worden. Zomaar, per ongeluk.
Ik heb al jaren terug een goedkope ijsmachine in de uitverkoop gescoord, bij de plaatselijke drogist. Ruim een tientje, meer heeft het niet gekost. Maar wat heb ik er al ontzettend veel lekkers uitgehaald! Sinds we een flinke ijskast hebben, staat deze machine standaard in de vriezer, zodat het per direct te gebruiken is. Sommige machines moeten nl een halve dag in de vriezer staan, anderen hebben een koelelement dat in de vriezer moet. Hoe dan ook, ik wil niet een dag wachten als ik besloten heb ijs te maken. Dus hij is altijd startklaar.
Je hebt voor dit ijs niet veel bijzonders nodig. Wel is het de moeite waard om vers citroensap te gebruiken in plaats van concentraat uit een flesje. Ik gebruik behoorlijk wat sap, want ik houd van een frisse smaak. Ben je een enorme banaanfan, of een citroenhater, dan moet je wat minder citroensap gebruiken. Dan kan er ook iets minder suiker in.
2 bijzonder rijpe bananen
100 gr witte basterdsuiker
sap van 1 citroen
200 ml slagroom (ongeklopt)
halfvolle melk
Pureer de bananen met suiker en citroensap.
Vervolgens vul ik dit aan met melk tot een kleine liter (dat is ongeveer de hoeveelheid die in mijn machine mag). Dan mag het mengsel in de (draaiende) machine.
Het wordt in de machine 35 minuten gedraaid.
Je ziet dat er lucht in komt, het volume wordt veel groter.
Zodra het mengsel wat steviger wordt, kun je nootjes of stukjes chocola toevoegen. Zeker niet eerder: de harde stukjes gaan aan de bodem vastzitten en blokkeren de hele machine. Ik ben ervaringsdeskundige....
Daarna nog een uurtje of 3 in de vriezer stevig laten worden en verdelen maar!
Bij ons liggen er tegenwoordig regelmatig bananen stiekem vies te worden. Zomaar, per ongeluk.
Plaatpizza
Al dagen had ik ongelooflijk veel zin in pizza. Op het moment dat ik pizzatrek krijg, is zelfmaken vaak de enige optie. Want de winkel of de pizzaria is niet naast de deur. Nu had ik het geluk dat ik die pizzatrek al dagen had en we toch boodschappen moesten doen. Gisteren dus een doodgewone diepvriespizza gegeten. Niks mis mee, je kunt dan lekker van alles wat kiezen met een gezin. Toch is zelfgemaakte pizza ook wel erg lekker. En het grote voordeel is dat je de kinderen precies er op kunt laten leggen wat ze wél lusten. Vaak maken we voor de kids dan berenpizza's, precies zo groot als ze op kunnen. Je hebt er een middag lol mee, ze eten het drie keer zo enthousiast op en zelf kun je die variant maken die ze niet lusten. En eventuele restjes groenten en vlees kun je er prima op kwijt!
Hier het recept voor een plaatpizza en twee kleinere pizza's.
500 gr bloem
7 gr gist
wat zout
3 el olijfolie
350 ml lauwwarm water
Het deeg kneed ik altijd in de keukenmachine. Broodbakmachine is ook een optie. Met de hand is absoluut niet mijn favoriet: je bent dan echt even bezig en het plakdeeg zit dan door je hele keuken en op al je kleren (bij mij tenminste). Ik ben dus lekker lui en laat de keukenmachine kneden.
Eerst meng je de droge ingrediënten door elkaar. Vervolgens voeg je olie en water toe, en dat moet dus tot een soepel deeg gekneed worden. Dat mag gerust een paar minuutjes flink gekneed worden. Als het mooi elastisch is, is het klaar.
De kom zet je, afgedekt met een vochtige doek, op een warme plek weg. Vervolgens mag het tot het dubbele volume rijzen. Dat kan wel 1-1,5 uur duren.
De bakplaten vet je goed in. En dan komt alsnog de knoeiboel: je bestuift het aanrecht, het deeg, en je handen met bloem. Het deeg leg je op het aanrecht en met je handen of met een deegroller maak je er een of meerdere mooie platte plakken deeg van, zo groot als de bakplaat. Als het mooi gelijkmatig is uitgerold, leg je het op de bakplaat. Dan begint het vullen.
Ik begin altijd met een basistomatensaus, gemaakt in de blender. Soms gebruik ik een restje pastasaus, die ik in de blender fijnmaak. Verse maak je eenvoudig: Een kleine ui gaat in de blender. Een paar knoflookteentjes erbij. Een blikje tomatenpuree en een scheutje olijfolie. Vervolgens de kruiden: oregano, basilicum, tijm. Wat zout en peper naar smaak. Ik kies vaak voor wat tabasco in plaats van gewone peper. Als je inschat dat het te weinig is, voeg je nog wat ketchup of tomatenpuree toe. Als het een mooi egale saus is, is het klaar. Dit smeer je over de pizza's.
En dan begint het belegfeest. Ik kies vaak voor grote plakken ham, salami of iets dergelijks. Maar vis, rul gehakt of kip is ook erg lekker. Daarna de groenten die ik lekker vind: olijf, paprika, champignon, courgette, tomaten. Restjes die op moeten. Rucola, geroerbakte spinazie, ui. Hier is een meisje dat broccoli heerlijk vindt: even voorkoken en dat worden dan de neus en ogen van de beer.
In de meeste gevallen heb ik eigenlijk veel te veel groenten, waardoor de pizza niet meer fatsoenlijk te eten is. Twee of drie uitkiezen is beter.
Als laatste doe ik er kaas over. Meestal doodgewone geraspte kaas, want die is standaard aanwezig. Maar mozzarella, parmezaan, feta, enz. kunnen ook heel goed. Als het goed belegd is, mag het de voorverwarmde oven in: 12 minuten op 250 graden. Mijn oven kan maar tot 220, dus dan mag de pizza er wat langer in. Bij meerdere platen pizza doe ik het ook wat langer, en halverwege ruil ik de platen om. Als de pizza's mooi bruin kleuren en de kaas is gesmolten, dan is het tijd om het wijntje of biertje klaar te zetten en een puntje uit te proberen!
Oja, het schijnt nog vele malen lekkerder te zijn om pizza's op een pizzasteen te bakken. Die heb ik niet, maar wil ik zeker een keer uitproberen. Het voordeel van de grote pizza voor het hele gezin ben je dan kwijt.
Hier het recept voor een plaatpizza en twee kleinere pizza's.
500 gr bloem
7 gr gist
wat zout
3 el olijfolie
350 ml lauwwarm water
Het deeg kneed ik altijd in de keukenmachine. Broodbakmachine is ook een optie. Met de hand is absoluut niet mijn favoriet: je bent dan echt even bezig en het plakdeeg zit dan door je hele keuken en op al je kleren (bij mij tenminste). Ik ben dus lekker lui en laat de keukenmachine kneden.
Eerst meng je de droge ingrediënten door elkaar. Vervolgens voeg je olie en water toe, en dat moet dus tot een soepel deeg gekneed worden. Dat mag gerust een paar minuutjes flink gekneed worden. Als het mooi elastisch is, is het klaar.
De kom zet je, afgedekt met een vochtige doek, op een warme plek weg. Vervolgens mag het tot het dubbele volume rijzen. Dat kan wel 1-1,5 uur duren.
De bakplaten vet je goed in. En dan komt alsnog de knoeiboel: je bestuift het aanrecht, het deeg, en je handen met bloem. Het deeg leg je op het aanrecht en met je handen of met een deegroller maak je er een of meerdere mooie platte plakken deeg van, zo groot als de bakplaat. Als het mooi gelijkmatig is uitgerold, leg je het op de bakplaat. Dan begint het vullen.
Ik begin altijd met een basistomatensaus, gemaakt in de blender. Soms gebruik ik een restje pastasaus, die ik in de blender fijnmaak. Verse maak je eenvoudig: Een kleine ui gaat in de blender. Een paar knoflookteentjes erbij. Een blikje tomatenpuree en een scheutje olijfolie. Vervolgens de kruiden: oregano, basilicum, tijm. Wat zout en peper naar smaak. Ik kies vaak voor wat tabasco in plaats van gewone peper. Als je inschat dat het te weinig is, voeg je nog wat ketchup of tomatenpuree toe. Als het een mooi egale saus is, is het klaar. Dit smeer je over de pizza's.
En dan begint het belegfeest. Ik kies vaak voor grote plakken ham, salami of iets dergelijks. Maar vis, rul gehakt of kip is ook erg lekker. Daarna de groenten die ik lekker vind: olijf, paprika, champignon, courgette, tomaten. Restjes die op moeten. Rucola, geroerbakte spinazie, ui. Hier is een meisje dat broccoli heerlijk vindt: even voorkoken en dat worden dan de neus en ogen van de beer.
In de meeste gevallen heb ik eigenlijk veel te veel groenten, waardoor de pizza niet meer fatsoenlijk te eten is. Twee of drie uitkiezen is beter.
Als laatste doe ik er kaas over. Meestal doodgewone geraspte kaas, want die is standaard aanwezig. Maar mozzarella, parmezaan, feta, enz. kunnen ook heel goed. Als het goed belegd is, mag het de voorverwarmde oven in: 12 minuten op 250 graden. Mijn oven kan maar tot 220, dus dan mag de pizza er wat langer in. Bij meerdere platen pizza doe ik het ook wat langer, en halverwege ruil ik de platen om. Als de pizza's mooi bruin kleuren en de kaas is gesmolten, dan is het tijd om het wijntje of biertje klaar te zetten en een puntje uit te proberen!
Oja, het schijnt nog vele malen lekkerder te zijn om pizza's op een pizzasteen te bakken. Die heb ik niet, maar wil ik zeker een keer uitproberen. Het voordeel van de grote pizza voor het hele gezin ben je dan kwijt.
donderdag 20 augustus 2015
Moussaka, om je vingers bij op te eten!
Gisteren stond er moussaka op tafel. Een soort griekse lasagne van aubergine, gehaktsaus en aardappel. Het is een van onze favorieten. Maar het is ook een nogal tijdrovende maaltijd, zeker als je elk onderdeel zelf maakt. Gisteren trok ik dus om half 4 al de pannen uit de kast. Het uur daarop was ik nonstop aan het koken (en kinderen bezig houden). En dan moet je nog drie kwartier alle verleidelijke geuren weerstaan als het geheel staat te garen in de oven.
Moussaka wordt in heel het middenoosten gegeten. Dé moussaka bestaat dus niet. Er zijn vele manieren waarop je het kunt maken. Met lams- of rundergehakt. Met ricotta, griekse yoghurt, bechamel, of feta. In ieder geval zijn oregano, paprikapoeder, kaneel, nootmuskaat en peterselie de vaste smaakmakers. Tijm of laurier kan er ook doorheen. Ik maak de moussaka als volgt.
Ingrediënten:
500 gr. aardappels
2 grote aubergines
olijfolie
2 gesnipperde uien
2 tenen knoflook, fijngesneden
500 gr rundergehakt
1 blikje tomatenpuree
1 blik gepelde tomaten
1-2 glazen witte, droge wijn
paprikapoeder, kaneel, peterselie, oregano, tijm, chilipoeder of pepertjes.
40 gr boter
40 gr bloem
400 ml melk
2 eieren
nootmuskaat
kaas
Ik begin met aardappels schillen, in schijfjes snijden en even voorkoken. Maar gewoon aardappelschijfjes kopen is een snellere optie. :-)
De aubergine snij ik in plakjes. Deze leg ik in een vergiet, en bestrooi ik royaal met zout. Op deze manier trekt het vocht uit de aubergine. Het is handig om dit in laagjes te doen, met keukenpapier er tussen. Dit mag wel een half uurtje staan.
Ondertussen bak ik het gehakt rul, voeg ik ui en knoflook toe. Als alles lekker gebakken is, gaan tomatenpuree en gepelde tomaten erbij. Ook de wijn, kruiden en specerijen voeg ik toe. Hoeveel van elk, is even uit proberen. Kaneel mag bijvoorbeeld iets minder zijn dan paprika. En de chili moet je ook een beetje mee uitkijken. Het geheel staat vervolgens een half uurtje te sudderen.
De aubergineplakken dep ik droog en ik veeg zoveel mogelijk zout er van af. De plakjes worden ingesmeerd met olijfolie en vervolgens in een grillpan aan beide zijden gegrild.
In pannetje vier maak ik een bechamelsausje: boter smelten, gezeefde bloem toevoegen en even laten bakken. Vervolgens melk erbij en met een garde de boel klontvrij houden. Zodra de melk heet wordt, ontstaat een dikke saus. Als deze klaar is voeg ik nootmuskaat toe en haal ik de pan van het vuur. Even iets laten afkoelen en 2 eieren erdoor klutsen en een handvol geraspte kaas erdoor roeren.
De tomatensaus bind ik nog iets met bloem, als hij erg dun is gebleven. Vervolgens gaat het stapelwerk in de ovenschaal beginnen. Mijn opbouw deze keer: aardappel, aubergine, tomatensaus, aubergine, tomaat, aubergine, aardappel, bechamel.
Vervolgens moet de ovenschotel zo'n 45 minuten op 180 graden in de oven. En dan is dit het resultaat:
En, zoals altijd, ziet het er op het bord iets minder netjes uit. Maar als je het geproefd heb, zie je dat niet meer...
Oja, en dan die afwas: 4 pannen en een ovenschaal. Dan ben je gezegend met een vaatwasser!
Moussaka wordt in heel het middenoosten gegeten. Dé moussaka bestaat dus niet. Er zijn vele manieren waarop je het kunt maken. Met lams- of rundergehakt. Met ricotta, griekse yoghurt, bechamel, of feta. In ieder geval zijn oregano, paprikapoeder, kaneel, nootmuskaat en peterselie de vaste smaakmakers. Tijm of laurier kan er ook doorheen. Ik maak de moussaka als volgt.
Ingrediënten:
500 gr. aardappels
2 grote aubergines
olijfolie
2 gesnipperde uien
2 tenen knoflook, fijngesneden
500 gr rundergehakt
1 blikje tomatenpuree
1 blik gepelde tomaten
1-2 glazen witte, droge wijn
paprikapoeder, kaneel, peterselie, oregano, tijm, chilipoeder of pepertjes.
40 gr boter
40 gr bloem
400 ml melk
2 eieren
nootmuskaat
kaas
Ik begin met aardappels schillen, in schijfjes snijden en even voorkoken. Maar gewoon aardappelschijfjes kopen is een snellere optie. :-)
De aubergine snij ik in plakjes. Deze leg ik in een vergiet, en bestrooi ik royaal met zout. Op deze manier trekt het vocht uit de aubergine. Het is handig om dit in laagjes te doen, met keukenpapier er tussen. Dit mag wel een half uurtje staan.
Ondertussen bak ik het gehakt rul, voeg ik ui en knoflook toe. Als alles lekker gebakken is, gaan tomatenpuree en gepelde tomaten erbij. Ook de wijn, kruiden en specerijen voeg ik toe. Hoeveel van elk, is even uit proberen. Kaneel mag bijvoorbeeld iets minder zijn dan paprika. En de chili moet je ook een beetje mee uitkijken. Het geheel staat vervolgens een half uurtje te sudderen.
De aubergineplakken dep ik droog en ik veeg zoveel mogelijk zout er van af. De plakjes worden ingesmeerd met olijfolie en vervolgens in een grillpan aan beide zijden gegrild.
In pannetje vier maak ik een bechamelsausje: boter smelten, gezeefde bloem toevoegen en even laten bakken. Vervolgens melk erbij en met een garde de boel klontvrij houden. Zodra de melk heet wordt, ontstaat een dikke saus. Als deze klaar is voeg ik nootmuskaat toe en haal ik de pan van het vuur. Even iets laten afkoelen en 2 eieren erdoor klutsen en een handvol geraspte kaas erdoor roeren.
De tomatensaus bind ik nog iets met bloem, als hij erg dun is gebleven. Vervolgens gaat het stapelwerk in de ovenschaal beginnen. Mijn opbouw deze keer: aardappel, aubergine, tomatensaus, aubergine, tomaat, aubergine, aardappel, bechamel.
Vervolgens moet de ovenschotel zo'n 45 minuten op 180 graden in de oven. En dan is dit het resultaat:
En, zoals altijd, ziet het er op het bord iets minder netjes uit. Maar als je het geproefd heb, zie je dat niet meer...
Oja, en dan die afwas: 4 pannen en een ovenschaal. Dan ben je gezegend met een vaatwasser!
vrijdag 14 augustus 2015
Courgette-gehaktschotel
Eindelijk, eindelijk vandaag de eerste echte fatsoenlijk uitgegroeide courgette geplukt! Al eerder groeiden er minicourgettes. Maar die groeiden maar niet uit tot eet-formaat. De bijtjes hier blijken mijn andere bloemetjes lekkerder te vinden dan de courgette. Ik moet dus zelf een handje helpen. Het resultaat daarvan was vandaag te bewonderen en te proeven.
Inmiddels heb ik heel wat recepten met courgette bekeken en verschillende gemaakt. Vandaag een recept van eigen hand, uiteraard geïnspireerd door de tig recepten op internet.
250 gr gehakt
2 uien
2 teentjes knoflook
1 rode paprika
100 gr. champignons
2 courgettes
klein blikje tomatenpuree
paprikapoeder
tabasco
150 gr mais (uit blik)
zout
600 gr aardappelpuree
100 gr geraspte kaas
Het gehakt bakte ik rul. De uien en knoflook werden fijn gesneden en meegebakken. Vervolgens alle overige groenten gesneden en toegevoegd. De tomatenpuree, paprikapoeder en een flinke scheut tabasco toegevoegd. En dat heeft even staan sudderen. Ondertussen heb ik de aardappelpuree gemaakt. Uit een pakje -shame on me-. Het is natuurlijk vele malen lekkerder met zelfgemaakte puree, maar ja, de pakjes waren nog over van vakantie. En nieuwe aardappeltjes zijn niet zo geschikt voor puree. En ik had geen puf (Voldoende excuus?) De mais warmde op het laatst nog even mee. En natuurlijk werd het op smaak gebracht met wat zout. Peper was na al die tabasco niet meer nodig....
De inhoud van de groente-gehaktpan ging in een ingevette ovenschaal. Vervolgens de puree erover verdeeld en bestrooid met geraspte kaas. 15 minuutjes goudbruin laten kleuren onder de grill.
Ik kan wel zeggen: deze durf ik mezelf nog eens voor te zetten!
Inmiddels heb ik heel wat recepten met courgette bekeken en verschillende gemaakt. Vandaag een recept van eigen hand, uiteraard geïnspireerd door de tig recepten op internet.
250 gr gehakt
2 uien
2 teentjes knoflook
1 rode paprika
100 gr. champignons
2 courgettes
klein blikje tomatenpuree
paprikapoeder
tabasco
150 gr mais (uit blik)
zout
600 gr aardappelpuree
100 gr geraspte kaas
Het gehakt bakte ik rul. De uien en knoflook werden fijn gesneden en meegebakken. Vervolgens alle overige groenten gesneden en toegevoegd. De tomatenpuree, paprikapoeder en een flinke scheut tabasco toegevoegd. En dat heeft even staan sudderen. Ondertussen heb ik de aardappelpuree gemaakt. Uit een pakje -shame on me-. Het is natuurlijk vele malen lekkerder met zelfgemaakte puree, maar ja, de pakjes waren nog over van vakantie. En nieuwe aardappeltjes zijn niet zo geschikt voor puree. En ik had geen puf (Voldoende excuus?) De mais warmde op het laatst nog even mee. En natuurlijk werd het op smaak gebracht met wat zout. Peper was na al die tabasco niet meer nodig....
De inhoud van de groente-gehaktpan ging in een ingevette ovenschaal. Vervolgens de puree erover verdeeld en bestrooid met geraspte kaas. 15 minuutjes goudbruin laten kleuren onder de grill.
Ik kan wel zeggen: deze durf ik mezelf nog eens voor te zetten!
zondag 9 augustus 2015
Voor de paddestoelenliefhebber
Deze keer geen lekkers dat ik zelf op tafel heb gezet, maar een van de recepten die de beste kok van dit huis graag kookt. Met paddenstoelen in de hoofdrol. Ik ben gek op champignons. En vanaf het moment dat mijn broer champignonkweker werd, begon ik ook andere paddenstoelen te waarderen. Want er kwamen zo nu en dan eens wat andere soorten op tafel te staan. De shiitake, oesterzwam en kastanjechampignon zijn daarvan het meest bekend. Super lekker bij (rood) vlees. Maar in onderstaand recept kun je ze ook goed kwijt!
Voor twee personen
3 bosuitjes
400 gr. gemengde paddenstoelen
150 gr. ham, in blokjes
250 gr. tortellini met kaasvulling
oregano
scheutje slagroom
handje walnoten of paranoten
De bosuitjes in ringetjes snijden en even fruiten in wat olie. Ondertussen de paddestoelenmix in plakjes of repen snijden. De paddestoelen en ham aan de bosuitjes toevoegen en een aantal minuten roerbakken.
Ondertussen de tortellini koken.
Als alles gaar is oregano en slagroom toevoegen aan de paddestoelen en even laten doorwarmen. Op smaak brengen met peper en zout. Vervolgens de gekookte pasta erdoor mengen. Opscheppen en het bord afmaken met wat gehakte walnoten.
Oorspronkelijk kwam de basis van dit recept van voedingscentrum.nl, maar daar is het niet meer in deze vorm te vinden. Bovendien is de slagroom een typische Wijnalda-toevoeging: hoewel niet supergezond, maakt het veel gerechten wel wat lekkerder.
Als toetje hadden we vandaag een rest zelfgemaakt bananenijs. Altijd fijn als er nog een bak in de vriezer op je staat te wachten. Ook dat is natuurlijk niet gezond, maar het recept zal ik hier een keer neerzetten. Kan ieder die dat wat lijkt eerst even een ijsmachine gaan halen in een uitverkoop hier of daar.... (Kan een heel simpele zijn. Mijn machine was ruim een tientje, gekocht bij een drogist. Werkt prima en gaat al jaren mee).
Voor twee personen
3 bosuitjes
400 gr. gemengde paddenstoelen
150 gr. ham, in blokjes
250 gr. tortellini met kaasvulling
oregano
scheutje slagroom
handje walnoten of paranoten
De bosuitjes in ringetjes snijden en even fruiten in wat olie. Ondertussen de paddestoelenmix in plakjes of repen snijden. De paddestoelen en ham aan de bosuitjes toevoegen en een aantal minuten roerbakken.
Ondertussen de tortellini koken.
Als alles gaar is oregano en slagroom toevoegen aan de paddestoelen en even laten doorwarmen. Op smaak brengen met peper en zout. Vervolgens de gekookte pasta erdoor mengen. Opscheppen en het bord afmaken met wat gehakte walnoten.
Oorspronkelijk kwam de basis van dit recept van voedingscentrum.nl, maar daar is het niet meer in deze vorm te vinden. Bovendien is de slagroom een typische Wijnalda-toevoeging: hoewel niet supergezond, maakt het veel gerechten wel wat lekkerder.
Als toetje hadden we vandaag een rest zelfgemaakt bananenijs. Altijd fijn als er nog een bak in de vriezer op je staat te wachten. Ook dat is natuurlijk niet gezond, maar het recept zal ik hier een keer neerzetten. Kan ieder die dat wat lijkt eerst even een ijsmachine gaan halen in een uitverkoop hier of daar.... (Kan een heel simpele zijn. Mijn machine was ruim een tientje, gekocht bij een drogist. Werkt prima en gaat al jaren mee).
woensdag 5 augustus 2015
Quinoa
Quinoa is tegenwoordig nogal hip. Het is een superfood en elke gezondheidsfreak zweert erbij. Ik had het nog nooit gehad. Maar nu verkocht zelfs die grote goedkope supermarkt met een A. quinoa. Dat moest natuurlijk uitgeprobeerd worden. Wat googelen leverde vooral salades met quinoa op. Men gebruikt het verder voornamelijk als vervanger voor rijst of couscous. Ik besloot wat groenten te roerbakken met kip en dat door de quinoa te mengen. De groenten: bosui, paprika, champignons, courgette.
Bij het koken van de quinoa heb ik me netjes aan de voorschriften op de verpakking gehouden. Een van de pluspunten vindt men dat het zo lekker snel klaar is, maar dat is (bij deze quinoa) onzin. Het goedje moet 10 minuten koken. Dat is heel wat meer dan couscous, (snelkook)rijst of pasta. De geur en het uiterlijk maken me nog niet direct enthousiast....
Vervolgens heb ik alles door elkaar gemengd, want eerlijk gezegd zag ik ons nog niet droge happen quinoa eten.
Ik snap eerlijk gezegd niet waarom quinoa zo razend populair is. Het is te eten. En het schijnt supergezond te zijn. Maar de smaak is een beetje metalig, muf. De textuur niet briljant. En het ziet er niet lekker uit.
Pluspunten: de kids eten het, het is supergezond, het voedt erg goed, het is geschikt om te eten in verschillende diëten en bij allergieën.
Minpunten: het moet echt even koken, het smaakt niet heel lekker, het ruikt niet heel lekker, het ziet er niet lekker uit, het is duur.
Ik zal keurig het pakje opmaken en het nog een keer in een ander gerecht verwerken. Maar doe mij verder maar rijst of couscous. Misschien moet je topkok zijn om er iets lekkers van te kunnen maken?
Bij het koken van de quinoa heb ik me netjes aan de voorschriften op de verpakking gehouden. Een van de pluspunten vindt men dat het zo lekker snel klaar is, maar dat is (bij deze quinoa) onzin. Het goedje moet 10 minuten koken. Dat is heel wat meer dan couscous, (snelkook)rijst of pasta. De geur en het uiterlijk maken me nog niet direct enthousiast....
Vervolgens heb ik alles door elkaar gemengd, want eerlijk gezegd zag ik ons nog niet droge happen quinoa eten.
Ik snap eerlijk gezegd niet waarom quinoa zo razend populair is. Het is te eten. En het schijnt supergezond te zijn. Maar de smaak is een beetje metalig, muf. De textuur niet briljant. En het ziet er niet lekker uit.
Pluspunten: de kids eten het, het is supergezond, het voedt erg goed, het is geschikt om te eten in verschillende diëten en bij allergieën.
Minpunten: het moet echt even koken, het smaakt niet heel lekker, het ruikt niet heel lekker, het ziet er niet lekker uit, het is duur.
Ik zal keurig het pakje opmaken en het nog een keer in een ander gerecht verwerken. Maar doe mij verder maar rijst of couscous. Misschien moet je topkok zijn om er iets lekkers van te kunnen maken?
maandag 3 augustus 2015
Wraps met zalm en sla
Vandaag was het wel een heel warme dag. Ik raak dan per direct oververhit: ik heb geen zin in urenlang koken, maar wel zin in een lekkere maaltijd. Niet te zwaar, maar wel genoeg vullend. In mijn hoofd zie ik dan allerlei zomeredities van de Allerhande voorbijkomen. Of Jamie Olivers. Ik zat wat te internetten en kreeg nog meer zomerse recepten voorgeschoteld. Veel BBQ, heeeeeel veel BBQ. Laten wij daar nou net even niet van zijn.... Verder veel pastasalades - gisteren al pasta gehad. Blijft over: wraps. Wraps maak ik niet zo vaak: ik heb ze niet standaard in huis en de supermarkt is niet bepaald op loopafstand. Ooit heb ik ze daarom zelf gebakken: geen succes. Ze werden te klein, te hard, niet meer rol- of vouwbaar. Voorlopig staan gewoon de wraps uit de supermarkt hier op tafel. Neemt niet weg dat ze vandaag ook niet briljant waren. Ik had ergens een recept gezien waar de wraps in de grillpan werden gebakken. Leek me leuk, maar was absoluut geen succes.
In wraps kunnen allerlei groenten (en vlees) door elkaar. Ideaal voor restjes groenten die op het punt staan zelf de koelkast uit te lopen. Nu dan snel aan de slag:
Dit ging erin:
1 gesnipperde ui
400 gr roerbakgroente (vandaag de Italiaanse versie)
1 blik tomatenblokjes
1 blikje zalmmoot
cayennepeper (ik wilde chilipoeder, maar die is spoorloos verdwenen)
2 flinke eetlepels roomkaas
kwart krop ijsbergsla, gesneden in reepjes
+/- 10 cherrytomaatjes, gehalveerd
halve komkommer, in reepjes
6 grote tortillawraps (2 per volwassene)
Zo maakte ik het:
Het uitje bakte ik even aan in olijfolie. Vervolgens ging de roerbakgroente erbij en werd het zaakje even lekker geroerbakt. De tomatenblokjes erbij in, evenals wat cayennepeper. Hoeveel is afhankelijk van hoe pittig je de boel wilt hebben. Hier kinderen aan tafel, dus niet zoveel. De zalmmoot heb ik uit elkaar geplukt om alle graten te verwijderen. Vervolgens ging de zalm erbij en niet veel later de roomkaas. Het geheel goed verwarmen.
Ondertussen de gehalveerde tomaatjes, komkommer en gesneden ijsbergsla mengen. De wraps verwarmen zoals op de verpakking aangegeven.
Daarna is het een kwestie van de warme hap over de wraps verdelen, de sla er aan toevoegen, dichtvouwen (eventueel vastzetten met een sateprikker) en smullen maar!
Oja, plaatje bij het praatje ontbreekt nog: ik vergeet gewoonweg de camera te pakken. Wie weet leer ik het nog....
In wraps kunnen allerlei groenten (en vlees) door elkaar. Ideaal voor restjes groenten die op het punt staan zelf de koelkast uit te lopen. Nu dan snel aan de slag:
Dit ging erin:
1 gesnipperde ui
400 gr roerbakgroente (vandaag de Italiaanse versie)
1 blik tomatenblokjes
1 blikje zalmmoot
cayennepeper (ik wilde chilipoeder, maar die is spoorloos verdwenen)
2 flinke eetlepels roomkaas
kwart krop ijsbergsla, gesneden in reepjes
+/- 10 cherrytomaatjes, gehalveerd
halve komkommer, in reepjes
6 grote tortillawraps (2 per volwassene)
Zo maakte ik het:
Het uitje bakte ik even aan in olijfolie. Vervolgens ging de roerbakgroente erbij en werd het zaakje even lekker geroerbakt. De tomatenblokjes erbij in, evenals wat cayennepeper. Hoeveel is afhankelijk van hoe pittig je de boel wilt hebben. Hier kinderen aan tafel, dus niet zoveel. De zalmmoot heb ik uit elkaar geplukt om alle graten te verwijderen. Vervolgens ging de zalm erbij en niet veel later de roomkaas. Het geheel goed verwarmen.
Ondertussen de gehalveerde tomaatjes, komkommer en gesneden ijsbergsla mengen. De wraps verwarmen zoals op de verpakking aangegeven.
Daarna is het een kwestie van de warme hap over de wraps verdelen, de sla er aan toevoegen, dichtvouwen (eventueel vastzetten met een sateprikker) en smullen maar!
Oja, plaatje bij het praatje ontbreekt nog: ik vergeet gewoonweg de camera te pakken. Wie weet leer ik het nog....
zaterdag 1 augustus 2015
Meloensalade
Vandaag zat ik met vriendinnen en kids heerlijk aan zee, in de zon. Op het strand van de Eemshaven. Nou ja, strand.... bergje schelpen. Maar heerlijk was het! Stokbroodje, sandwich en genieten maar. Ik had ook een zomerse meloensalade meegenomen. Een recept dat we al jaren hebben. Ik kom het inmiddels overal tegen op receptensites. Maar waar ik het vandaan heb? Geen idee. Het is ook wel een voor de hand liggende combinatie: ham en meloen.
Wat heb je nodig?
2 galia meloenen
100-200 gr rauwe ham
paar takjes basilicum
sap van een halve citroen
scheutje olijfolie
peper, zout
bakje bramen
De meloenen snijd je doormidden en schraap je met een lepel stukje voor stukje leeg. Een groot deel van het vocht kun je weggooien, anders heb je straks soep. De 'krullen' meloen meng je met de in reepjes gescheurde ham. De basilicum snijd je in stukjes. Van het citroensap, de olijfolie, peper en zout klop je een dressing. Vervolgens meng je alles door elkaar en (als je er niet mee naar het strand hoeft te rijden) vul je de lege meloenen met de salade. Bramen kun je er vervolgens over verdelen. De bramen heb ik weggelaten. Ik ben er niet zo'n fan van en het is er het seizoen nog niet voor.
Lekker receptje voor een voorgerecht of, zoals nu, een picknick! Ik heb nog een restje in de koelkast :-D
Wat heb je nodig?
2 galia meloenen
100-200 gr rauwe ham
paar takjes basilicum
sap van een halve citroen
scheutje olijfolie
peper, zout
bakje bramen
De meloenen snijd je doormidden en schraap je met een lepel stukje voor stukje leeg. Een groot deel van het vocht kun je weggooien, anders heb je straks soep. De 'krullen' meloen meng je met de in reepjes gescheurde ham. De basilicum snijd je in stukjes. Van het citroensap, de olijfolie, peper en zout klop je een dressing. Vervolgens meng je alles door elkaar en (als je er niet mee naar het strand hoeft te rijden) vul je de lege meloenen met de salade. Bramen kun je er vervolgens over verdelen. De bramen heb ik weggelaten. Ik ben er niet zo'n fan van en het is er het seizoen nog niet voor.
Lekker receptje voor een voorgerecht of, zoals nu, een picknick! Ik heb nog een restje in de koelkast :-D
vrijdag 31 juli 2015
Snelle appelkruimeltaart
Morgen komen er twee vriendinnen. Bezoekjes zijn voor mij vaak aanleiding om iets te bakken. Ik besloot om deze keer te kiezen voor snel en simpel. Want het is de bedoeling dat ik ook nog het een en ander aan een picknick in elkaar zet. Ik heb de oude vertrouwde recepten van mijn moeder erbij gepakt. Ik vermoed dat ik van haar mijn bakgenen heb. Want lekker bakken kan ze! Deze keer gebruik ik haar recept voor appelkruimeltaart. Het is een snelle taart en lekker basic: de ingrediënten heb ik eigenlijk standaard in huis.
Dit heb je nodig:
400-500 gr. zelfrijzend bakmeel (afhankelijk van de grootte van je springvorm/bakplaat)
200 gr suiker
150 gr boter
scheutje melk
zout
+/- 4 appels
beetje suiker en kaneel om door de appels te doen.
Zo pak je het aan:
Smelt boter, en meng bakmeel, suiker en zout. Giet de gesmolten boter tijdens het mixen bij het meel en mix tot alles goed is gemengd. Als het goed is wordt het een mooi kruimeldeegje. Is het erg fijn, dan is het te droog: giet er kleine beetjes melk bij, tot het mooie kruimels zijn. Worden de kruimels erg dik, of het deeg een grote klont: dan mag er wat meer meel bij.
Ik liet de keukenmachine het werk doen en schilde ondertussen de appels en sneed ze in stukjes. Omscheppen met kaneel en suiker, naar smaak. Ik gebruik voor de appels vaak jonagold, omdat ik die standaard in huis heb.
De bakvorm heb ik bekleed met bakpapier (erg makkelijk en ook hygiënisch als je wat oudere, beschadigde bakvormen hebt). Ik kies meestal voor een springvorm van 24-26 cm. Maar dit recept maak je ook makkelijk op een bakplaat of in een ovenschaal. Ruim de helft van het kruimeldeeg ging op de bodem, aandrukken en klaar is de bodem! De appeltjes gaan erover heen. En vervolgens maak je het taartje af door de resterende kruimels erover te strooien. Een uurtje in de oven op 200 C en smullen maar.
Zoals gezegd is het een basisrecept. Er zijn zoveel variaties op appeltaart, die kun je natuurlijk ook op dit recept toepassen. Zo heb ik wat citroensap toegevoegd. Andere opties: rozijnen, bosvruchten, noten, karamel, kardemom, vanillesuiker.
Ook is dit recept makkelijk lactosevrij te maken: gebruik een plantaardige margarine in plaats van boter en gebruik wat extra gesmolten boter als het deeg te droog is.
Ik geef toe dat deze taart niet helemaal onder het label gezond valt. Maar hee, het is geen mokka-slagroomtaart, moorkop of chocoladetaart....
Dit heb je nodig:
400-500 gr. zelfrijzend bakmeel (afhankelijk van de grootte van je springvorm/bakplaat)
200 gr suiker
150 gr boter
scheutje melk
zout
+/- 4 appels
beetje suiker en kaneel om door de appels te doen.
Zo pak je het aan:
Smelt boter, en meng bakmeel, suiker en zout. Giet de gesmolten boter tijdens het mixen bij het meel en mix tot alles goed is gemengd. Als het goed is wordt het een mooi kruimeldeegje. Is het erg fijn, dan is het te droog: giet er kleine beetjes melk bij, tot het mooie kruimels zijn. Worden de kruimels erg dik, of het deeg een grote klont: dan mag er wat meer meel bij.
Ik liet de keukenmachine het werk doen en schilde ondertussen de appels en sneed ze in stukjes. Omscheppen met kaneel en suiker, naar smaak. Ik gebruik voor de appels vaak jonagold, omdat ik die standaard in huis heb.
De bakvorm heb ik bekleed met bakpapier (erg makkelijk en ook hygiënisch als je wat oudere, beschadigde bakvormen hebt). Ik kies meestal voor een springvorm van 24-26 cm. Maar dit recept maak je ook makkelijk op een bakplaat of in een ovenschaal. Ruim de helft van het kruimeldeeg ging op de bodem, aandrukken en klaar is de bodem! De appeltjes gaan erover heen. En vervolgens maak je het taartje af door de resterende kruimels erover te strooien. Een uurtje in de oven op 200 C en smullen maar.
Zoals gezegd is het een basisrecept. Er zijn zoveel variaties op appeltaart, die kun je natuurlijk ook op dit recept toepassen. Zo heb ik wat citroensap toegevoegd. Andere opties: rozijnen, bosvruchten, noten, karamel, kardemom, vanillesuiker.
Ook is dit recept makkelijk lactosevrij te maken: gebruik een plantaardige margarine in plaats van boter en gebruik wat extra gesmolten boter als het deeg te droog is.
Ik geef toe dat deze taart niet helemaal onder het label gezond valt. Maar hee, het is geen mokka-slagroomtaart, moorkop of chocoladetaart....
woensdag 29 juli 2015
Courgettestoof met gehakballetjes
Gisteren kwam mijn schoonzus eten. Die kun je echt blij maken met een lekkere of uitgebreide maaltijd. Ik probeer dan ook altijd even iets meer neer te zetten dan het aardappel-vlees-groente menu. Meestal komt ze ook iets later, dus een maaltijd die goed warm te houden is, is een pre. Gisteren is het alsnog een aardappel-vlees-groente gerecht geworden. Maar dan wel een beetje anders. Met als hoofdingrediënt courgette. Ik ben gek op die groente. Je kunt het in heel veel gerechten kwijt. Ik zat al verlangend mijn eigen courgettes in de groentetuin groter te kijken, maar zover zijn ze bij ons nog niet. Was leuk geweest, maar de volgende keer maar in de herkansing met een ander courgettegerecht. Deze stoof is in ieder geval makkelijk, snel en natuurlijk lekker!
Wat heb je nodig?
Voor de gehaktballetjes
gehakt, ik gebruik voor ons gezin (2 volwassenen, 2 kinderen) meestal 250 gram.
een eitje
halve verkruimelde beschuit of wat paneermeel
beetje zout en peper
evt wat paprikapoeder, peterselie, oregano
Voor de stoof
olijfolie
2 uien
evt. teentje knoflook
1 of 2 courgettes (afhankelijk van hoe grote eter je bent en hoe groot de courgettes zijn)
400 gr. tomatenblokjes (1 blik)
provencaalse kruiden
peper en zout
evt. scheutje rode wijn
Hoe was je dit varkentje?
Je maakt eerst de gehaktballetjes: alle ingrediënten kneed je door elkaar en rol je tot kleine, gelijke balletjes. Deze braad je even aan in een koekenpan.
Vervolgens maak je de ui schoon, je snijdt ze in stukjes en bakt ze in een hapjespan of iets dergelijks in een beetje olijfolie. De knoflook snijd je ook in inieminiestukjes en gooi je bij de ui in. Lekker even bakken (maar pas op voor aanbranden!). Snijd kop en kont van de courgette en snij de rest van de courgette in mooie halve plakjes. Voeg dit toe aan de ui en roerbak het geheel. Vervolgens mag er een scheut wijn in, voeg je de tomatenblokjes en de gehaktballetjes toe. En dan is het ook de beurt aan de kruiden. Gebruik zoveel als je zelf lekker vindt. Dat betekent dus gewoon een paar keer goed proeven. Deksel op de pan en een minuutje of 10 later check je de gaarheid van de stoof. Je brengt het op smaak met peper en zout.
Ik heb er aardappeltjes in schil gekookt bij gegeten. Gewone gekookte aardappels of puree kan natuurlijk ook erg goed.
Het gerecht is goed op te warmen, en de aardappels en gehaktballetjes kun je ook van tevoren al klaar zetten. Voor als het rond etenstijd nog sneller dan snel op tafel moet!
Wat heb je nodig?
Voor de gehaktballetjes
gehakt, ik gebruik voor ons gezin (2 volwassenen, 2 kinderen) meestal 250 gram.
een eitje
halve verkruimelde beschuit of wat paneermeel
beetje zout en peper
evt wat paprikapoeder, peterselie, oregano
Voor de stoof
olijfolie
2 uien
evt. teentje knoflook
1 of 2 courgettes (afhankelijk van hoe grote eter je bent en hoe groot de courgettes zijn)
400 gr. tomatenblokjes (1 blik)
provencaalse kruiden
peper en zout
evt. scheutje rode wijn
Hoe was je dit varkentje?
Je maakt eerst de gehaktballetjes: alle ingrediënten kneed je door elkaar en rol je tot kleine, gelijke balletjes. Deze braad je even aan in een koekenpan.
Vervolgens maak je de ui schoon, je snijdt ze in stukjes en bakt ze in een hapjespan of iets dergelijks in een beetje olijfolie. De knoflook snijd je ook in inieminiestukjes en gooi je bij de ui in. Lekker even bakken (maar pas op voor aanbranden!). Snijd kop en kont van de courgette en snij de rest van de courgette in mooie halve plakjes. Voeg dit toe aan de ui en roerbak het geheel. Vervolgens mag er een scheut wijn in, voeg je de tomatenblokjes en de gehaktballetjes toe. En dan is het ook de beurt aan de kruiden. Gebruik zoveel als je zelf lekker vindt. Dat betekent dus gewoon een paar keer goed proeven. Deksel op de pan en een minuutje of 10 later check je de gaarheid van de stoof. Je brengt het op smaak met peper en zout.
Ik heb er aardappeltjes in schil gekookt bij gegeten. Gewone gekookte aardappels of puree kan natuurlijk ook erg goed.
Het gerecht is goed op te warmen, en de aardappels en gehaktballetjes kun je ook van tevoren al klaar zetten. Voor als het rond etenstijd nog sneller dan snel op tafel moet!
Vooruit maar!
Ik ben best wel een blogfan. Om te lezen dan. Lekker dwalen door de levens van anderen. Inspiratie opdoen. Ideetjes oppikken. Aan het denken gezet worden. En gisteren was daar het moment dat ik besloot om me bij die hordes bloggers aan te sluiten. Want ik houd van koken en bakken, en wel het liefst zonder kant en klare zakjes, of alles-in-1-doos-taarten. Meestal kook ik uit de losse pols, soms op basis van een recept. Maar in dat laatste geval zijn die recepten meer inspiratiebron dan richtlijn. Op deze blog wil ik regelmatig wat (goedgekeurde) vondsten delen. Voor de liefhebber die ook wel eens een variatie op bekende recepten wil. Voor degene die ook een beetje inspiratie zoekt.
Oh ja, mocht je denken dat zonder pakjes koken ingewikkeld en duur is: dat is het helemaal niet. Je moet natuurlijk even een basis aan kruiden, specerijen, en standaardproducten aanleggen. Maar daarna kun je ook elke dag ter plekke verzinnen wat je gaat maken. Naar eigen smaak. Zonder het standaardpakje saus door de (toch ook wel standaard) pasta. Dus vooruit maar, naar de winkel, koop wat potjes kruiden (of nog beter, haal ze uit je tuin :-D ) en aan de slag. Dan zal ik mijn best doen om hier voor inspiratie te zorgen.
Oh ja, mocht je denken dat zonder pakjes koken ingewikkeld en duur is: dat is het helemaal niet. Je moet natuurlijk even een basis aan kruiden, specerijen, en standaardproducten aanleggen. Maar daarna kun je ook elke dag ter plekke verzinnen wat je gaat maken. Naar eigen smaak. Zonder het standaardpakje saus door de (toch ook wel standaard) pasta. Dus vooruit maar, naar de winkel, koop wat potjes kruiden (of nog beter, haal ze uit je tuin :-D ) en aan de slag. Dan zal ik mijn best doen om hier voor inspiratie te zorgen.
Abonneren op:
Posts (Atom)