donderdag 29 oktober 2015

Pompoensoep

Voor de Zussendag van onze kerk heb ik onder andere een workshop met pompoen georganiseerd. Zo'n pompoen gaat uitgehold worden voor decoratieve doeleinden. Maar de inhoud zomaar weggooien is uiteraard tegen mijn principes. Daarom heb ik van mijn voorbeeldpompoen maar een receptje gemaakt. Het vruchtvlees is eigenlijk alleen geschikt voor soep of taart, omdat je het vruchtvlees nu eenmaal niet in mooie blokjes of schijfjes uit de pompoen krijgt.
Veel pompoenen zijn eetbaar, wel schijnt de smaak te verschillen. De een is wat zoeter dan de ander. De een wat meliger dan de ander. Ik kies meestal voor een dikke oranje pompoen, maar een groene of flespompoen kun je ook goed gebruiken. De kleine sierpompoenen zou ik lekker laten liggen....


Ingrediënten:
2 uien
olie
evt teentje knoflook
600-700 gr pompoen (1 gemiddelde pompoen)
200 gr wortel
1 liter groente- of kippenbouillon
2 laurierblaadjes
2 aardappeltjes
Smaakvarianten:
- sambal, korianderzaad en korianderblad, komijn,
- kerrie of kurkuma, tabasco
- tijm, rozemarijn, foelie
- sinaasappel en/of citroenrasp en sap, honing


Snijd uien en knoflook fijn en bak deze kort aan in de olie. Voeg de gesneden pompoen en wortel toe en roerbak beide even mee. Vervolgens voeg je de bouillon toe en twee laurierblaadjes. Voeg eventuele extra smaken toe met kruiden en specerijen. Schil en snijd de aardappels in blokjes en voeg deze toe. Kook het geheel 20 min., tot alle groenten gaar zijn. Haal de laurier uit de soep en pureer de soep vervolgens met een staafmixer tot een gladde soep is ontstaan.
Serveer de soep met verse koriander, een lepel crème fraiche, zure room, of griekse yoghurt, croutons of uitgebakken spekjes.

Ik ben benieuwd in hoeveel Roodeschoolse huizen deze soep zondag op het menu staat!

zaterdag 24 oktober 2015

Stoofpeertjes en appelmoes

In deze prachtige herfsttijd zijn er verschillende mensen die mij blij maken met fruit uit eigen tuin. Eerder al schreef ik over druiven-appeljam en walnoot-pruimkoeken. Nu mocht ik weer appels en stoofperen ophalen. Dat doe ik dan graag. Appelmoes of stoofpeertjes maken is erg eenvoudig. Maar er zijn veel verschillende manieren. Het gaat dus niet zo snel fout, maar je kunt ze wel extra lekker maken. Vandaag dus maar het een en ander op een rijtje gezet. Onder het genot van stoofpeertjesgeur!

Stoofpeertjes
Stoofperen kun je in eindeloos veel gerechten verwerken. Ze worden gegeten als groente, als bijgerecht, nagerecht, in cakes, taarten, ijs en mousse. Maar voor dat alles zullen ze toch eerst gestoofd moeten worden. En ook dat kan in veel variaties.
Schil eerst de stoofpeertjes. Doe dat goed, want eenmaal gestoofd blijven restjes schil een hard randje aan een zacht stoofpeertje. Niet lekker. Je kunt de stoofpeer heel laten, dan is het leuk om een steeltje eraan te laten zitten. Je kunt ze ook in partjes snijden en het klokhuis verwijderen. Ook dan geldt: goed alle harde delen van het klokhuis verwijderen.
Vervolgens moeten de peren gestoofd worden. In welk vocht je dat doet is uiteraard een eigen keus. Ik kies altijd voor een halve fles rode wijn met een scheut water. Andere opties zijn port, rode bessensap of gewoon water. Verder moet er suiker toegevoegd worden. Ik heb nu per pan zo'n 100 gr. gedaan. Je kunt de stoofpeertjes nog meer smaak geven door kaneel, steranijs, kruidnagel, laurier, of citroenschil toe te voegen. Voor mij deze keer twee kaneelstokjes per pan en wat geraspte citroenschil. Zet alles tegelijk op en laat het vocht zachtjes borrelen. Zeker niet flink koken, ze gaan dan kapot.
Stoofpeertjes moeten lang stoven. Na een uur zijn ze meestal wel gaar en zacht. Maar ze worden van zichzelf rood als ze nog een flinke tijd langer op het vuur hebben gestaan. Heb je rood vocht gebruikt, dan zal dat wat eerder zijn. Wil je een rood kleurtje terwijl je ze in water hebt gestoofd, dan zul je toch echt een paar uurtjes ervoor moeten uittrekken. Het vocht kun je nog binden met maizena, mocht je daar van houden.
Peertjes kun je goed in potten bewaren of invriezen. Als toetje, samen met hangop, is toch wel een van onze favorieten!

Appelmoes
Voor appelmoes maken kun je veel verschillende appelsoorten gebruiken. Goudreinet, Elstar of Jonagold zijn de meest gebruikte. De zoetere soorten leveren wat zoetere appelmoes op, je hebt ook minder suiker nodig. De zuurdere vragen meer suiker. Nu kreeg ik Seedlings, een wat onbekender ras. Onverwerkt niet te eten. Het zijn joekels van appels en flink zuur. Maar ze zijn echt perfect voor appelmoes. Er gaat veel suiker in, maar daardoor krijg je ook een intense appelmoessmaak. Ik heb er fantastische appelmoes van gemaakt!
Appelmoes maken kost wel even tijd. Alleen al het schillen is een flink karwei. Die stap sla ik tegenwoordig dan ook over. Ik snijd de appels in kwarten, ontdoe ze van hun klokhuis en vieze plekken en doe ze dan in grove stukken in de pan. Scheelt veel tijd en kramp in je vingers. Vervolgens zet ik ze op het vuur met een flinke bodem water. Soms lees ik over pannen halfvol water: niet doen, daar wordt de appelmoes niet lekkerder van. Binnen korte tijd gaan de appels zelf vocht loslaten en is er genoeg om in te koken. Ik kook de appel op laag vuur, net zo lang tot alle appelstukken gemakkelijk kapot zijn te drukken met een pollepel. Dan mag het vuur uit en laat ik het afkoelen tot het verwerkbaar is. Als het is afgekoeld haal ik het allemaal door de draaizeef. Schilletjes blijven dan achter en je krijgt een mooie gladde appelmoes. Ik voeg daarna suiker toe. Dat gaat beetje bij beetje en je moet telkens opnieuw proeven of het naar je smaak is.
Wil je het in potten bewaren, dan moet je hierna de gezoete moes weer op het vuur zetten tot het weer kookt. Daarna in brandschone potten schenken, gelijk het deksel erop draaien en op de kop laten afkoelen tot het deksel plopt. Inmiddels ben ik overgegaan op diepvrieszakken en bakjes. De potten waren niet meer aan te slepen. Het scheelt een keer opwarmen. Nadeel is dat het eerst ontdooit moet worden voor je het gebruiken kunt.
Vind je het zeven (en evt. weer opwarmen) te omslachtig, of houd je van stukken in je appelmoes, dan zit er niets anders op dan alle appels te schillen. Dan is het vervolg eenvoudiger: koken tot het moes is (evt. met stukken), suiker toevoegen tot het naar je smaak is en gloeiend heet in potten schenken. Klaar!

woensdag 14 oktober 2015

Risotto met spinazie en champignons (vegetarisch)

Risotto is volgens de grote chefs een van de moeilijkere gerechten. Tegelijk heeft Knorr er wel een wereldgerecht van gemaakt. Dus dan moet het toch niet te moeilijk zijn om een eetbare variant op tafel te zetten. Ik maak af en toe risotto. Zelden perfect, maar vrijwel altijd wel erg lekker, naar mijn mening dan. Grootste uitdaging is het gelijkmatig garen van de risotto.
Vandaag probeerde ik een nieuwe. Met verse spinazie en champignons.

Voor 2 volwassenen en 2 kleine eters heb je het volgende nodig:
1 rode ui
200 gr risottorijst
1 liter groentebouillon (gemaakt van 1 blokje)
700 gr verse spinazie
250 gr champignons
flinke hand geraspte kaas
peper
boter

Gebruik voor de risotto een grote pan met een dikke bodem. Snipper de rode ui en bak deze in een klont boter. Voeg de risottorijst toe en laat deze even in de boter bakken, totdat de korrels glazig zijn. Vervolgens voeg je een scheut groentebouillon toe, en die laat je langzaam door de rijst opnemen. Is de rijst bijna droog, dan voeg je opnieuw een scheut bouillon toe. Op deze manier gaart de rijst. Dit proces herhaal je tot de korrels bijna helemaal gaar zijn. De bouillon hoeft er niet allemaal door.
Ondertussen maak je in een andere grote pan de groente klaar. Verse spinazie moet goed gewassen worden, want bevat vaak nog ladingen zand. Verwijder bij het wassen ook vieze blaadjes en zoveel mogelijk van de grote stengels. Snijd de champignons en bak deze in wat olie. Voeg daarna handje voor handje de verse, uitgelekte spinazie toe. Dit slinkt flink en er komt alsnog veel vocht vrij. Zodra de spinazie is gebakken haal je de pan van het vuur.
Op het moment dat de risotto zelf bijna gaar is, voeg je het spinazie-champignonmengsel (zonder het vocht) toe. Roer het er goed doorheen en voeg ook de kaas toe. Lekkerste is een pittige kaas, bijvoorbeeld parmezaan. Ik had alleen gewone kaas in huis, dus die ging er door. Warm het door, voeg nog wat peper naar smaak toe en voeg tot slot een klont (room)boter toe. Dat geeft een lekkere glans en smaak aan het gerecht.
En dan is dit het resultaat.
Je kunt eindeloos variëren met risotto. Het is lekker om na het bakken van de rijst het geheel af te blussen met een scheut witte wijn. Dat had ik helaas niet in huis. Verder kun je in plaats van bouillon aan het eind room toevoegen. Andere kazen, vlees, allerlei soorten groenten: met risotto kun je alle kanten op!

maandag 12 oktober 2015

Met roomkaas gevulde kipfilet

We eten niet zo vaak gewoon aardappels, vlees en groente. Meestal leuk ik het wat op. Vandaag stonden echter heel normale gekookte aardappeltjes met nog normalere worteltjes op het menu. Om het toch wat specialer te maken heb ik het vlees ietsje luxer gedaan: gevulde kipfilet. Vroeger deed ik het veel vaker, maar tegenwoordig probeer ik wat te minderen met vlees. Vanuit dat idee doe ik vaak 1 kipfilet voor ons allen. Dat kan prima door een pasta of rijstschotel. Maar om nu 1 gevulde kipfilet door vieren te delen, dat ziet er toch wat zielig uit. Vandaag doen we dus luxe en nemen het dubbele. Het is tenslotte niet altijd een doordeweekse maandag met worteltjes en aardappel.
Behalve die beide heb je het volgende nodig:

1 kipfilet pp
een flinke el roomkaas per persoon
peper, zout en (liefst verse) bieslook
3 plakjes katenspek pp

De oven warm je voor op 180 graden. De kipfilet snijd je een flink stuk in, zodat er een mooie ruimte ontstaat waar je het roomkaasmengsel in kwijt kunt. De roomkaas meng je met peper, zout en in kleine stukjes geknipte bieslook. Dit mengsel doe je in de kipfilet. Vervolgens rol je de plakjes katenspek er om heen. Zorg dat de vulopening zoveel mogelijk bedekt is. Je kunt het geheel vastzetten met prikkertjes of met keukentouw. Daarna gaat de kip in een ingevette ovenschaal 25 min. in de oven. Controleer na 25 minuten de gaarheid. Een vleesthermometer is erg handig daarbij. Anders is het een kwestie van goed kijken, voelen en, als je het niet zeker weet, stiekem even insnijden. Is de kip gaar, zet 'm er dan niet 'voor de zekerheid' nog 10 minuten in, want dan heb je grote kans op een gortdroog stukje vlees.
Bij ons was het goed gelukt: een ontzettend lekker sappig, mals, zacht, enz., enz., stukje kip. De kleine bordjes gingen zelf leeg!


vrijdag 2 oktober 2015

Gevulde aubergine

Vandaag een gevulde aubergine op het menu! Ik geloof dat dit de eerste keer is dat ik aubergine vul, normaal houd ik het bij courgette. Die vind ik lekkerder. Maar ik eet tegenwoordig continu en overal courgette in, dus nu een keertje een andere variant.
Het is bij het vullen van groente belangrijk dat de andere toegevoegde groenten fijngesneden zijn. Anders krijg je het allemaal er niet in.

Wat heb je nodig?
250 gr gehakt
1 prei
1 paprika
3 aubergines (ik had aan 2 ook genoeg gehad, dus 1 pp)
1 blik tomatenblokjes
tijm, oregano, peper, zout
olijfolie
geraspte kaas
1 kopje rijst

Gehakt rulbakken. Ondertussen de prei fijnsnijden en toevoegen zodra het gehakt rul en bruin is. Vervolgens de paprika wassen, snijden en meebakken. Dit laat je rustig doorbakken, terwijl je de aubergines te pakken neemt.
Het aubergine uithollen is niet moeilijk, maar kost wel even tijd. Je snijdt ze in de lengte doormidden. Daarbij is het handig om op de kromming te letten, zodat beide helften straks goed plat kunnen liggen. Daarna snijd je langs de randen en lepel je de inhoud eruit. Daarbij moet de wand van de aubergine dun, maar nog wel stevig zijn. Een halve cm is prima. Dikke aubergines hebben veel zaadjes, die zaadlijsten kun je weggooien. Het overige vruchtvlees snijd je klein en mag de pan in. Als alle aubergines zijn uitgehold mogen ze in een ovenschaal die rijkelijk is ingesmeerd met olijfolie.
Voeg tomatenblokjes toe aan het mengsel in pan. Vervolgens op smaak brengen met de kruiden en peper en zout. Daarna de aubergines vullen en een lekkere laag geraspte kaas erover strooien. De ovenschaal mag een half uur op 180 graden in de oven.
Kook daarna de rijst. Ik heb kurkuma toegevoegd aan het water: dat geeft zo'n lekker kleurtje op het bord. En het resultaat mocht er zijn!